Preventief onderhoudsschema
Test de noodstopfunctie.
Zie opmerking 2.
Test de knop voor omlaag draaien bij systeemuitval.
Zie opmerking 3.
Als een weegunit is geïnstalleerd: controleer de nauwkeurigheid van de unit en
herijk, indien nodig.
Zie opmerking 4.
Controleer de twee hefriemen over de volle lengte. De riemen vervangen als er
tekenen van slijtage of beschadiging zijn.
Controleer of de bouten en moeren goed zijn aangedraaid. Identificeer het type
poten (zie Afbeelding 8) en controleer de aanhaalmomenten op basis van het
model en materiaal van de poten.
Zie opmerking 5.
Controleer het vermogen van 2,5 kg (4 lbf) dat nodig is om de tilarm te draaien.
Schroef zo nodig bijstellen. Zie Afbeelding 9 voor de locatie.
Controleer de uitsparing tussen 'T'-stuk kraag en tilarm. Indien meer dan 2 mm,
tilarmbussen vervangen (minimumuitsparing is 1 mm).
Zie Afbeelding 9 voor de locatie van de uitsparing.
Controleer de breedte van de poten (zie Afbeelding 10). Verwijder eerste de
afdekplaten. Meet bij gesloten poten de afstand tussen het midden van de uiteinden
bij de voorste zwenkwielen. Alleen aanpassen als afstand 'A' minder is dan
650 mm (25 1/2 in) voor pootmodellen met standaard hoogte (KMCS**) of
pootmodellen met lage hoogte (KMCL**) of minder is dan 695 mm (27 3/8 in)
voor pootmodellen met extra lage hoogte (KMCE**).
Aanbevolen wordt de beide hefriemen na elke 2 jaar gebruik te vervangen. Als de
riemen voor die tijd beschadigd of versleten zijn, dienen ze direct te worden
vervangen.
Smeer de twee bovenste riemrollen.
UITLEG: X = door de gebruiker te verrichten handeling
Actie
Maxi Move
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S = door een Arjo servicetechnicus te verrichten handeling
7
Accessoires
Tilbanden
Batterijlader