32
5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking
Het basisprincipe van de regeling is altijd hetzelfde, ongeacht welke sensor
men gebruikt:
De grondslag van een regeling is het continu: meten - vergelijken - bijstellen
Een regelcircuit dient om een gegeven fysieke grootte (regelgrootte) op een gewenste
waarde (instelwaarde) te brengen en te houden, onafhankelijk van eventueel
optredende storingen. Om de regeltaak uit te voeren, moet de actuele waarde van de
regelgrootte - de werkelijke waarde - worden gemeten en met de instelwaarde worden
vergeleken. Wanneer er afwijkingen optreden, moeten deze op geschikte wijze
worden bijgesteld.
uitwendige storing
Äußere Störung
gewenste waarde
vaststelling van een afwijking
correctiemaatregelen
werkelijke waarde
Feststellung einer
Korrekturmaß-
Sollwert
Ist-Wert
Abweichung
nahmen
Messung des
Ist-Wertes
meting van de werkelijke waarde