Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor DYNAPAC Screed-Control:
Inhoudsopgave

Advertenties

Screed-Control
Pavemanager
BEDIENING
05-0119
4812073767 (A5)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Fayat Group DYNAPAC Screed-Control

  • Pagina 1 Screed-Control Pavemanager BEDIENING 05-0119 4812073767 (A5)
  • Pagina 2 www.dynapac.com...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................... 3 1 Algemene informatie ............... 7 1.1 Informatie over de bedieningshandleiding ........7 1.2 Toelichting bij de symbolen ............9 1.3 Disclaimer ................11 1.4 Bescherming van het auteursrecht ..........11 1.5 Aanvullende documenten ............11 1.6 Vervangingsonderdelen ............
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 6.1.11 Toetsen wegafh. wegdekprofiel- en dwarshellingregeling ... 43 6.1.12 Toetsen Handmatige wegdekprofielverstelling ....43 6.2 Weergave-elementen van de prop. laser-receiver ...... 43 6.3 Storingsindicaties..............46 6.4 Bedrijfsmodussen van de nivellering .......... 46 6.5 Bedieningsvarianten van de nivellering ........47 6.5.1 Standaardbediening ............
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 9 Bediening van de nivellering ............90 9.1 Werken met de digi-slope-sensor ..........90 9.1.1 Montage en instelling ............90 9.1.2 Werkelijke-waardeafstelling ..........90 9.1.3 Regelen met de digi-slope-sensor ........92 9.2 Nulafstelling ................93 9.3 Werken met de sonic-ski ® plus ..........95 9.3.1 Montage en instelling ............
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 11 Bediening van de noodbesturing..........133 11.1 Activering van de noodbesturing ..........134 11.2 Functies van de noodbesturing ..........136 12 Materiaalberekening ..............138 12.1 Berekening van het ingebouwde materiaal ......138 12.2 Materiaalplanning (calculatie) ..........142 12.3 Omschakeling van de eenheden ..........145 13 Externe nivellering ..............
  • Pagina 9: Algemene Informatie

    1 Algemene informatie 1 Algemene informatie 1.1 Informatie over de bedieningshandleiding Algemeen Deze bedieningshandleiding bevat fundamentele aanwijzingen die in acht genomen moeten worden bij het gebruik en het onderhoud van de afstandsbediening. Een voorwaarde voor veilig werken is de naleving van alle vermelde veiligheidsvoorschriften en handelingsaanwijzingen.
  • Pagina 10 1 Algemene informatie Wijzigingen Wij zetten ons in om deze handleiding correct en actueel te voorbehouden houden. Om onze technologische voorsprong in stand te houden, kan het echter nodig zijn om zonder vooraankondiging wijzigingen aan te brengen in het product en de bediening ervan, die niet overeenkomen met deze bedieningshandleiding.
  • Pagina 11: Toelichting Bij De Symbolen

    1 Algemene informatie 1.2 Toelichting bij de symbolen Waarschuwingen Waarschuwingen zijn in deze bedieningshandleiding aangeduid door symbolen. Vóór deze aanwijzingen staan signaalwoorden die aangeven hoe ernstig het gevaar is. Volg de aanwijzingen beslist op en ga voorzichtig te werk om ongevallen, persoonlijk letsel...
  • Pagina 12 1 Algemene informatie Tips en adviezen OPMERKING! … benadrukt tips, adviezen en informatie voor een efficiënt en storingsvrij gebruik. Stap voor stap Stapsgewijze aanwijzingen die door het bedieningspersoneel uitgevoerd moeten worden, zijn doorlopend genummerd. 1) … 2) … 3) … •...
  • Pagina 13: Disclaimer

    1 Algemene informatie 1.3 Disclaimer Alle gegevens en aanwijzingen in deze handleiding zijn opgesteld onder inachtneming van de geldende normen en voorschriften, de actuele stand van de techniek en onze jarenlange kennis en ervaring. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van: •...
  • Pagina 14: Vervangingsonderdelen

    1 Algemene informatie 1.6 Vervangingsonderdelen Originele vervangingsonderdelen door fabrikant goedgekeurd toebehoren dienen de veiligheid. Door het gebruik van andere onderdelen kan het recht van de gebruiker om het product in gebruik te nemen ingeperkt worden en kan de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik vervallen.
  • Pagina 15: Afvoeren

    1 Algemene informatie 1.8 Afvoeren Verpakking De producten worden in de fabriek d.m.v. speciale verpakkingen beschermd tegen transport. Deze bestaan milieuvriendelijke, eenvoudig te scheiden materialen die geschikt zijn voor recycling. adviseren verpakking voeren naar recyclingbedrijf. Product Het product mag niet met het huisvuil worden meegegeven. Zorg voor een correcte afvoer van het product.
  • Pagina 16: Garantiebepalingen

    1 Algemene informatie 1.9 Garantiebepalingen Deze bedieningshandleiding bevat geen garantietoezeggingen. De garantiebepalingen maken deel uit van de "Verkoop- en leveringsvoorwaarden" van de fabrikant. 1.10 Klantenservice Voor technische adviezen kunt u terecht bij de fabrikant en zijn servicenetwerk.
  • Pagina 17: Fundamentele Veiligheidsvoorschriften

    De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en opvolgen. 2.1 Gebruiksdoel 2.1.1 Gebruik volgens het bestemde doel Het Dynapac Screed-Control systeem is uitsluitend ontworpen en geconstrueerd voor het hier beschreven gebruiksdoel. • Registratie van een referentiehoogte en/of referentiehelling door draai-encoders, lasersensoren of ultrasone sensoren.
  • Pagina 18: Oneigenlijk Gebruik

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften Gevaar door oneigenlijk gebruik! WAARSCHUWING! Elk gebruik dat niet volgens het bestemde doel is en/of elk andersoortig gebruik van het systeem kan tot gevaarlijke situaties leiden. Daarom:  Gebruik het product uitsluitend volgens het bestemde doel. 2.1.2 Oneigenlijk gebruik •...
  • Pagina 19: Toepassingsgrenzen

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften 2.2 Toepassingsgrenzen De afstandsbediening is geschikt voor gebruik in een atmosfeer die permanent bewoonbaar is voor mensen. De afstands- bediening mag niet worden gebruikt in een agressieve of explosieve omgeving. Lokale veiligheidsambtenaren en veiligheidsverantwoordelijken moeten door de exploitant worden ingelicht voordat men gaat werken in een gevaarlijke omgeving, in de buurt van elektrische installaties en soortgelijke situaties.
  • Pagina 20: Verantwoordelijkheid Van De Exploitant

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften 2.5 Verantwoordelijkheid van de exploitant afstandsbediening wordt gebruikt voor beroepsmatige doeleinden. De exploitant van het product is daarom gehouden aan de wettelijke plichten van de werkveiligheid. Naast werkveiligheidsvoorschriften deze bedieningshandleiding moeten de voor het toepassingsgebied van het product geldende veiligheids-, ongevalpreventie- en milieuvoorschriften worden nageleefd.
  • Pagina 21: Bedieningspersoneel

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften 2.6 Bedieningspersoneel Verwondingsgevaar bij onvoldoende kwalificatie! WAARSCHUWING! Ondeskundige omgang met het product kan tot ernstig persoonlijk letsel en aanzienlijke materiële schade leiden. Daarom:  Bijzondere werkzaamheden uitsluitend laten uitvoeren door de in de desbetreffende hoofdstukken van deze handleiding genoemde personen.
  • Pagina 22: Speciale Gevaren

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften 2.7 Speciale gevaren Algemeen De volgende paragraaf beschrijft de restrisico's die uit de risicoanalyse zijn gebleken. Neem hier vermelde veiligheidsvoorschriften waarschuwingen overige hoofdstukken deze handleiding in acht om gezondheidsrisico's te verkleinen en gevaarlijke situaties te vermijden. Elektrische stroom Gevaar door elektrische stroom! GEVAAR! Bij werkzaamheden met de lasermast of de powermast in de...
  • Pagina 23: Daarom:  Veiligheidsvoorschriften Van De Fabrikant En

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften Uitstekende machinedelen Verwondingsgevaar door uitstekende machinedelen! VOORZICHTIG! Naderhand gemonteerde systeemcomponenten (bijv. sensoren) kunnen uitsteken buiten de machine. Dit kan tot letsel en materiële schade leiden. Daarom:  Ervoor zorgen dat de machine wordt bediend door een gekwalificeerde en ervaren operator. ...
  • Pagina 24: Veiligheidsvoorziening

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften Onvoldoende afzetting Verwondingsgevaar wegens onvoldoende afzetting! WAARSCHUWING! Onvoldoende afzetting van de inbouwplaats en de standplaats van een component, bijv. een laserzender, kan tot gevaarlijke situaties leiden voor het wegverkeer en op de inbouwplaats. Daarom:  Zorg voor voldoende afzetting inbouwplaats.
  • Pagina 25: Wat Te Doen Bij Gevaren En Ongevallen

    2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften Bovendien knipperen in geval van een storing alle lichtdiode's van de LED-pijl op de afstandsbediening, en wijzen de operator zo op een functiestoring. 2.9 Wat te doen bij gevaren en ongevallen Preventieve maatregelen • Altijd op ongevallen en brand voorbereid zijn! •...
  • Pagina 26: Transport, Verpakking En Opslag

    3 Transport, verpakking en opslag 3 Transport, verpakking en opslag 3.1 Transportinspectie De producten worden zorgvuldig verpakt om ze te beschermen tijdens de verzending. De levering bij ontvangst direct controleren op volledigheid en transportschade. Bij zichtbare transportschade als volgt te werk gaan: •...
  • Pagina 27: Transport

    3 Transport, verpakking en opslag 3.2 Transport Zorg er bij het transporteren van uw uitrusting naar de gebruiksplaats altijd voor product geschikte transporthouder wordt getransporteerd en dat deze goed is beveiligd. Het product nooit los in een auto transporteren. Slagen en stoten kunnen een ernstige nadelige invloed hebben op de werking van het product.
  • Pagina 28: Productbeschrijving

    4 Productbeschrijving 4 Productbeschrijving afstandsbediening universeel besturings - regelsysteem voor bouwmachines. omvangrijke scala sensoren voor afstands- hellingsregistratie, het grote bedieningsgemak en de uitstekene betrouwbaarheid maken de afstandsbediening tot een flexibel en efficiënt regelsysteem. systeem gebaseerd modernste microprocessortechniek en werkt met een zogeheten "CAN -bus" (Controller Area Network).
  • Pagina 29: Samenstelling, Systeemoverzicht En Werking

    5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking 5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking Algemeen Deze paragraaf maakt u vertrouwd met de samenstelling van de Dynapac-afstandsbediening basisprincipe de werking. 5.1 Samenstelling Voor elk regelcircuit resp. elke machinezijde is een aparte regelaar (afstandsbediening) en minstens één bijbehorende sensor nodig.
  • Pagina 30: Systeemoverzicht En Werking

    5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking 5.2 Systeemoverzicht en werking De Dynapac-afstandsbediening beschikt over alle voor de besturing van het systeem benodigde toetsen en over optische indicaties waarmee altijd de actuele status van het systeem kan worden afgelezen. Hiermee worden sensorsignalen toetsenbordinvoer verwerkt en doorgegeven aan de bovengeschikte besturing van de bouwmachine.
  • Pagina 31 5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking ® De sonic-ski plus SKIS-1500 is een sensor voor de afstandsmeting en werkt met vijf ultrasone sensoren. zesde sensor dient voor temperatuurcompensatie. Bij de grondaftasting wordt er een gemiddelde waarde berekend op basis van de meetwaarden van de vijf ...
  • Pagina 32 5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking ® Bij de big sonic-ski wordt voortgebouwd op het ® principe van al bekend is van de sonic-ski plus . Hiertoe worden meestal drie sensoren (bijv. 3x sonic- ® plus) verdeeld over de machinelengte, of - door gebruik van een mechanisch hulpmiddel - zelfs tot buiten de machine.
  • Pagina 33 5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking De dual-sonic-sensor DUAS-1000 is een sensor voor afstandsmeting en werkt met ultrasone technologie. Door referentiemeting t.o.v. een beugel met een gedefinieerde afstand, parallel aan de eigenlijke afstandsmeting, wordt de meetwaarde van de dual-sonic sensor temperatuurgecompenseerd. De prop.
  • Pagina 34 5 Samenstelling, systeemoverzicht en werking Het basisprincipe van de regeling is altijd hetzelfde, ongeacht welke sensor men gebruikt: De grondslag van een regeling is het continu: meten - vergelijken - bijstellen Een regelcircuit dient om een gegeven fysieke grootte (regelgrootte) op een gewenste waarde (instelwaarde) te brengen en te houden, onafhankelijk van eventueel optredende storingen.
  • Pagina 35: Bedienings- En Weergave-Elementen, Bedrijfsmodussen

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1 Beschrijving van de afstandsbediening In deze handleiding wordt de bediening van de Dynapac -afstandsbediening en daarmee de centrale component van het systeem beschreven. De paragrafen over de bediening afzonderlijke sensoren veronderstellen kennis...
  • Pagina 36: Bedienings- En Weergave-Elementen, Bedrijfsmodussen

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.1 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen De display NOODSTOP LED-indicatie LED-indicatie nivellering nivellering links rechts Functietoetsen F1 t/m F3 & Wegafhankelijk e wegdek- profiel- en transporteur dwarshellingreg links eling (worm rechts) Worm links (transporteur rechts) claxon claxon Handmatige wegdekprofiel-...
  • Pagina 37: Noodstopknop

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Het toetsenbord van de afstandsbediening heeft verschillende functies, afhankelijk van de zijde waar de afstandsbediening is aangesloten. Hier zijn vooral de onderstaande gemarkeerde functieblokken van belang. afstandsbediening links afstandsbediening rechts nivellering nivellering links rechts Worm links worm rechts transporteur links transporteur rechts...
  • Pagina 38: De Led-Indicatie

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.3 De LED-indicatie De LED-pijl dient om de status van de aangestuurde kl epuitgang zichtbaar de maken voor de operator. Vooral wanneer de operator zich op grotere afstand van de afstandsbediening bevindt en bij fel zonlicht is de LED -pijl een nuttig weergave- element.
  • Pagina 39: Het 3,5"-Kleurendisplay

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.4 Het 3,5"-kleurendisplay Op de 240 (B) x 320 (H) pixels grote kleurendisplay met achtergrondverlichting wordt tijdens het normale gebruik het voor het desbetreffende reg elcircuit geselecteerde sensortype weergegeven, inclusief de instelwaarden en werkelijke waarden daarvan. verschillende menu's bevatten...
  • Pagina 40 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen De werkelijke waarde (5) en de instelwaarden (7) van de actieve sensor worden met een voorteken weergegeven; bij de instelwaarde wordt bovendien de maateen heid (8) weergegeven. Een voorteken geeft aan of het een positief of een negatief getal is. Op de display verschijnt alleen het negatieve voorteken "...
  • Pagina 41: Bedieningstoetsen Voor De Nivellering

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.5 Bedieningstoetsen voor de nivellering Voor het bedienen van de basisregelfuncties zijn maar weinig toetsen nodig. Omhoog- & omlaag-toets Met de omhoog- of omlaag-toets wordt in de automatische modus de instelwaarde van de regeling gewijzigd. handbedieningsmodus wordt desbetreffende...
  • Pagina 42: Bedieningstoetsen F1-F3

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.6 Bedieningstoetsen F1-F3 De functie van functietoetsen F1 t/m F3 verschilt afhankelijk van het venster of menu waarin u zich momenteel bevindt. De geldige functie is eenduidig aangegeven door een symbool op de display en maakt de navigatie tussen de afzonderlijke menu's overzichtelijk en eenvoudig.
  • Pagina 43: Bedieningstoetsen Voor Worm En Transporteur

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.7 Bedieningstoetsen voor worm en transporteur Zoals eerder vermeld, zijn er voor de besturing van de worm en de transporteur twee identieke functieblokken beschikbaar die zich enkel onderscheiden door een verschillend verlicht symbool in het midden van van het to etsenblok. Verder verloopt de bediening van de worm- en transporteurbesturing identiek.
  • Pagina 44: Tuimelschakelaar Trekpuntverstelling

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen De plus- en min-toetsen: Met de plus-toets resp. de min-toets wordt in de automatische modus de instelwaarde van de regeling gewijzigd. Wanneer het weergavemenu "Worm" resp. "Transporteur" niet actief is op het moment dat de toets wordt ingedrukt, dan wordt het menu automatisch geopend.
  • Pagina 45: Toetsen Wegafh. Wegdekprofiel- En Dwarshellingregeling

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.1.11 Toetsen wegafh. wegdekprofiel- en dwarshellingregeling Oproepen van het menu "Wegafhankelijk wegdekprofiel". Oproepen van het menu "Wegafhankelijke dwarshelling". 6.1.12 Toetsen Handmatige wegdekprofielverstelling Met deze twee toetsen wordt het menu Handmatige wegdekprofielverstelling geopend. 6.2 Weergave-elementen van de prop. laser-receiver De laser-receiver is voorzien van een LED-pijl (1) - gelijk aan die op de afstandsbediening.
  • Pagina 46 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Indicaties van de prop. laser-receiver in de bedrijfsmodus "Manueel" In de bedrijfsmodus "Manueel" worden de LED's van de laser- receiver gebruikt om de operator te tonen hoe de sensor verplaatst moet worden om de laserstraal midden op het ontvangstgedeelte te richten.
  • Pagina 47 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Indicaties van de prop. laser-receiver in de bedrijfsmodus "Automatisch" In de bedrijfsmodus "Automatisch" worden de LED's van de laser - receiver gebruikt om de status van de aangestuurde klepuitgang te tonen aan de operator. Ze werken nu analoog aan de LED-pijl op de afstandsbediening. indicatie regelafwijking regeluitgang...
  • Pagina 48: Storingsindicaties

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.3 Storingsindicaties Wanneer op de afstandsbediening alle LED's van de LED-pijl tegelijk knipperen, is er sprake van een storing. Vaak zijn deze storingen geen echte defecten, maar zijn het aanwijzingen dat men iets probeert te doen wat de omstandigheden niet toelaten.
  • Pagina 49: Bedieningsvarianten Van De Nivellering

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.5 Bedieningsvarianten van de nivellering Het bedienen van de afstandsbediening kan bij de basisconfiguratie van de fabrikant op drie verschillende varianten worden ingesteld. De bedieningswijzen verschill en dan als volgt: 6.5.1 Standaardbediening Het wijzigen van de instelwaarde met de omhoog -/omlaag-toetsen gebeurt in de bedrijfsmodus "Automatisch"...
  • Pagina 50: Bediening Met Automatisch Op Nul Zetten

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.5.3 Bediening met automatisch op nul zetten De instelwaarde wordt in de bedrijfsmodus "Automatisch" bij elke druk op de omhoog-/omlaag-toets met 2 mm in de desbetreffende richting gewijzigd. De balk wordt daarbij door de regeling verplaatst op basis van de ingestelde waarde. Na 5 seconden wordt de waarde op de display automatisch als nulpunt overgenomen, d.w.z.
  • Pagina 51: Speciale Functies Van De Nivellering

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.6 Speciale functies van de nivellering 6.6.1 Rechtstreekse menu-omschakeling Definitie Tijdens inbouwen meestal bediening nivellering nodig. Wanneer de afstandsbediening niet het arbeidsvenster voor de nivellering toont, moet men eerst het actueel weergegeven menu sluiten door op toets F3 te drukken. Er is ook een alternatieve manier om om te schakelen naar het arbeidsvenster van de nivellering.
  • Pagina 52: Kruisbediening

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Om bij deze omschakeling te voorkomen dat er ongewenste wijzigingen in de nivellering worden aangebracht, activeert de eerste toetsdruk altijd alleen een terugsprong. Nadat er is omgeschakeld naar het arbeidsvenster, hebben de toetsen weer hun gebruikelijke nivelleringsfuncties. Uitzondering "Auto-toets": Met de toets auto-/manueel schakelt men bij elke toetsdruk altijd rechtstreeks tussen de bedrijfsmodussen manueel...
  • Pagina 53 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Modus 0: In deze modus is kruisbediening niet mogelijk. Modus 1&2: In modus 1 is alleen indicatie van de andere zijde mogelijk, terwijl in modus 2 ook rechtstreekse bediening mogelijk is. Omdat dit het enige verschil is tussen modus 1 en modus 2, wordt in het onderstaande modus 2 nader beschreven: In het volgende voorbeeld wordt beschreven...
  • Pagina 54 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen D.w.z. dat op de display nu de sensor van de ande re zijde wordt weergegeven, evenals de werkelijke en instelwaarde daarvan. Om bij deze omschakeling ongewenste veranderingen in de nivellering aan de andere zijde te voorkomen, wordt door deze eerste toetsdruk alleen de kruisbediening geactiveerd.
  • Pagina 55 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Beëindigen van de kruisbediening: Afstandsbediening links Afstandsbediening rechts • Automatische beëindiging na 5 sec. Wanneer er binnen deze tijd geen toets van het linker nivelleringstoetsenblok wordt ingedrukt, wordt de kruisbediening om veiligheidsredenen automatisch beëindigd. • Indrukken van toets F3 (annuleren). •...
  • Pagina 56 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Modus 3: In deze modus worden beide zijden van de nivellering gelijktijdig weergegeven. Ook is parallelle bediening van beide zijden mogelijk. Bovendien worden wegdekprofielneiging en de dwarshelling weergegeven (indien de desbetreffende sensoren aanwezig zijn). Met toets F3 (annuleren) gaat u terug naar het werkmenu.
  • Pagina 57: Weergave Van 2 Gescheiden Regelcircuits

    6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen 6.6.3 Weergave van 2 gescheiden regelcircuits U activeert het menu met 2 regelcircuits door op een willekeurige toets van de "andere" zijde te drukken. Bij de eerste toetsdruk ter activering vindt er nog geen wijziging plaats. werkmenu weergave twee...
  • Pagina 58 6 Bedienings- en weergave-elementen, bedrijfsmodussen Met F2 gaat u naar het aanzichtenmenu. De verschillende vensters van het aanzichten- menu worden gedetailleerd beschreven onder punt "8.7 Aanzichtenmenu". Met F3 wordt de weergave in twee kolommen beëindigd en gaat u terug naar het normale werkmenu.
  • Pagina 59: Installatie En Eerste Ingebruikneming

    7 Installatie en eerste ingebruikneming 7 Installatie en eerste ingebruikneming Algemeen De installatie van de vast bedrade componenten, de montage van houders voor diverse sensoren eerste ingebruikneming van het systeem worden uitgevoerd door de fabrikant. Deze heeft ook al de regelaarparameters aangepast aan de kleppen en het hydraulische systeem van de machine.
  • Pagina 60: Bediening Algemeen

    8 Bediening algemeen 8 Bediening algemeen Algemeen De beschrijvingen in deze paragraaf zijn bedoeld om u te helpen bij de bediening van het product als gebruiks- of productiemiddel. Dit omvat • veilige bediening van het product • gebruikmaken van alle mogelijkheden die het product biedt •...
  • Pagina 61: Eerste Stappen

    8 Bediening algemeen 8.2 Eerste stappen In het hoofdstuk "Eerste stappen" vindt u informatie over het inschakelen systeem beschrijving de sensorselectie. Vóór het Voer vóór het inschakelen altijd een visuele controle uit van de inschakelen afstandsbediening, de sensoren en de kabels. Controleer alle componenten van het systeem op zichtbare beschadiging, controleer...
  • Pagina 62 8 Bediening algemeen Opmerking over de zijde-identificatie: Een correcte zijde-identificatie is belangrijk voor een foutloze samenwerking tussen de twee afstandsbedieningen links en rechts. Daarom:  Overtuig u ervan tijdens het opstarten van het systeem dat de zijde-identificatie correct is. Wanneer de laatst gebruikte sensor opnieuw is aangesloten, wordt op de display het arbeidsvenster weergegeven.
  • Pagina 63: Sensorselectie

    8 Bediening algemeen 8.2.2 Sensorselectie Wanneer de laatst gebruikte sensor is vervangen door een andere sensor, of wanneer er meer sensoren tegelijk zijn aangesloten op één zijde, dan kan men in de "Sensorselectie" de sensor selecteren die het best geschikt is voor de taak. sensorselectie alleen beschikbaar...
  • Pagina 64 8 Bediening algemeen De nieuwe sensor is klaar voor gebruik.
  • Pagina 65 8 Bediening algemeen Overzicht Bij een maximaal uitgerust systeem zijn de volgende sensoren sensor- beschikbaar: symbolen geen sensor ® sonic-ski plus SKIS-1500 met bodemaftasting ® sonic-ski plus SKIS-1500 met kabelaftasting digi-slope sensor SLOS-0150 digi-rotary sensor ROTS-0300 dual-sonic sensor DUAS-1000 prop. laser-receiver LS-3000 5-kanaals laser-receiver prop.
  • Pagina 66: Ombouwen

    8 Bediening algemeen 8.3 Ombouwen Schakel de afstandsbediening voor het wisselen van sensor, voor instelwerkzaamheden of voor werkzaamheden aan de sensoren altijd op de bedrijfsmodus "manueel". 8.4 Uitschakelen veiligheidsredenen wordt afstandsbediening inschakeling altijd eerst op de bedrijfsmodus "Manueel" gezet, ook wanneer de bedrijfsmodus "Automatisch" als laatste actief was toen het systeem werd uitgeschakeld.
  • Pagina 67: Wormmenu

    8 Bediening algemeen 8.5 Wormmenu Voor de besturing van de wormaandrijving zijn verschillende bedrijfsmodussen beschikbaar. deze handleiding beschreven Screed-Control-systeem berekent met behulp van een materiaalsensor de afstand tot het materiaal en omvat alle toetsbedieningen van het desbetreffende toetsenblok. Deze twee gegevens worden naar...
  • Pagina 68: Auto - Besturing Met Materiaalsensor

    8 Bediening algemeen 8.5.2 AUTO - besturing met materiaalsensor • Een op de zijplaat aangebrachte materiaalsensor meet de afstand Werking tot het materiaal dat door de worm is aangevoerd. • Doel van de besturing in de bedrijfsmodus AUTO is om deze afstand altijd constant te houden, zodat er altijd voldoende materiaal voor de balk ligt.
  • Pagina 69: Auto - Besturing Zonder Materiaalsensor

    8 Bediening algemeen 8.5.3 AUTO - besturing zonder materiaalsensor • Wanneer er geen materiaalsensor is aangesloten, heeft de AUTO- Werking modus een iets ander functie. • In dit geval draait de worm altijd op een constant toerental. • Dit toerental kan gewijzigd worden door de instelwaarde te wijzigen. •...
  • Pagina 70: Reverse - Besturing

    8 Bediening algemeen 8.5.4 Reverse - besturing • In deze modus wordt de worm op het maximum toerental in Werking omgekeerde richting aangestuurd. • De modus wordt geactiveerd door op de toets "Reverse" te drukken. Inschakelen • De reverse-modus duurt zolang de toets ingedrukt wordt gehouden en eindigt zodra men de toets loslaat.
  • Pagina 71: Transporteurmenu

    8 Bediening algemeen 8.6 Transporteurmenu Voor de besturing van de transporteuraandrijving zijn verschillende bedrijfsmodussen beschikbaar. Het in deze handleiding beschreven Screed-Control-systeem omvat alle toetsbedieningen van het desbetreffende toetsenblok. Deze gegevens worden naar het bovengeschikte besturingssysteem gezonden en worden daar verwerkt. Ook de volledige besturing in de verschillende bedrijfsmodussen gebeurt door het bovengeschikte systeem.
  • Pagina 72: Auto - Besturing Met Materiaalsensor

    8 Bediening algemeen 8.6.2 AUTO - besturing met materiaalsensor • Een boven de transporteur aangebrachte materiaalsensor meet de Werking afstand tot het materiaal dat door de transporteur is aangevoerd. • Doel van de besturing in de bedrijfsmodus AUTO is om deze afstand altijd constant te houden, zodat er altijd voldoende materiaal voor de balk ligt.
  • Pagina 73: Auto - Besturing Zonder Materiaalsensor

    8 Bediening algemeen 8.6.3 AUTO - besturing zonder materiaalsensor • Wanneer er geen materiaalsensor is aangesloten, heeft de AUTO - Werking modus een iets ander functie. • In dit geval loopt de transporteur altijd op een constante snelheid. • Deze snelheid kan gewijzigd worden door de instelwaarde te wijzigen.
  • Pagina 74: Reverse - Besturing

    8 Bediening algemeen 8.6.4 Reverse - besturing • In deze modus wordt de transporteur op het maximum toerental in Werking omgekeerde richting aangestuurd. • De modus wordt geactiveerd door op de toets "Reverse" te drukken. Inschakelen • De reverse-modus duurt zolang de toets ingedrukt wordt gehouden en eindigt zodra men de toets loslaat.
  • Pagina 75 8 Bediening algemeen Oproepen: In het standaardaanzicht op functietoets F2 drukken. Hieronder worden alle vensters van het weergavemenu nader beschreven. Kort overzicht van het aanzichtenmenu: dwarshellingindicatie inbouwdikte-indicatie rijspoorreiniging stamperfrequentie vibratie druk nakompressor balktemperatuur balk worm basisbalkbreedte noodbesturing materiaalberekening...
  • Pagina 76: Dwarshellingindicatie

    8 Bediening algemeen In het aanzichtenmenu worden veel verschillende menu's onder elkaar weergegeven. Als u sneller naar de onderaan staande menu's wilt gaan, kunt u met F1 direct naar het einde navigeren. 8.7.1 Dwarshellingindicatie Het eerste venster toont de actuele dwarshelling. (Alleen wanneer er een hellingsensor is aangesloten) Navigeren binnen het menu: Met functietoetsen F1 ( ) en F2 ( ) navigeert u door het...
  • Pagina 77: Rijspoorreiniging

    8 Bediening algemeen 8.7.3 Rijspoorreiniging Met de omhoog-/omlaag-toetsen wordt het schild voor de ketting van de machine naar beneden resp. naar boven bewogen. Met de toetsen F1 en F2 kan men door de menu's bladeren. Met toets F3 wordt het menu gesloten. 8.7.5 Stamperfrequentie Met de omhoog-/omlaag-toetsen kan de bedrijfs-...
  • Pagina 78: Vibratie, Druk, Balktemperatuur

    8 Bediening algemeen 8.7.6 Vibratie, druk, balktemperatuur De overige vensters van het aanzichtenmenu (vibratie, druk en balktemperatuur) zijn op dezelfde wijze opgebouwd. Bij de menu's "Druk nacompressor" en "Balktemperatuur" is omschakeling van de bedrijfsmodus ni et mogelijk. vibratie druk nakompressor balktemperatuur De overige bij het wegdekprofielmenu behorende menu's zijn structureel anders en worden daarom afzonderlijk beschreven.
  • Pagina 79: Balkmenuü

    8 Bediening algemeen 8.7.7 Balkmenuü Dit menu dient voor het omhoog en omlaag zetten van de balk. Met de omhoog-/omlaag-toetsen van de desbetreffende zijde balk omhoog/omlaag worden gezet. Navigeren binnen het menu: Met functietoetsen F1 ( ) en F2 ( ) navigeert u door het menu.
  • Pagina 80: Basisbalkbreedte

    8 Bediening algemeen 8.7.9 Basisbalkbreedte Dit menu dient voor het invoeren van de basisbalkbreedte. Wanneer het systeem is uitgerust met een balkbreedtemeter, bepaalt de hier ingevoerde breedte samen met de twee gemeten variobalkbreedten de totale werkbreedte. Hiertoe eerst de balk geheel inschuiven, en daarna de totale breedte meten (= basisbalkbreedte + aanbouwdelen).
  • Pagina 81: Gebruikersmenu

    8 Bediening algemeen 8.8 Gebruikersmenu gebruikersmenu bevat belangrijke parameters instelmogelijkheden voor aanpassing van de afstandsbediening en voor de werking van de regeling. Het gebruikersmenu is zowel in de bedrijfsmodus "manueel" als in de bedrijfsmodus "automatisch" beschikbaar. Algemeen geldt voor de bediening van het gebruikersmenu: De instellingen van waarden worden vastgelegd door op een willekeurige functietoets te drukken.
  • Pagina 82: Informatieregel

    8 Bediening algemeen 8.8.1 Informatieregel Informatieregel: De informatieregel biedt aanvullende informatie, normale arbeidsvenster moet worden weergegeven. Met de OMHOOG-OMLAAG-toetsen in menu selecteert informatieregel wordt weergegeven (groen vinkje) of niet (rood kruis). Bevestig uw keuze met Enter. (standaardinstelling = actief) Wanneer u de informatieregel hebt geactiveerd, kunt nevenstaande...
  • Pagina 83: Gevoeligheid

    8 Bediening algemeen Materiaalplanning - nog benodigde hoeveelheid materiaal Overzicht Drijfstand – status van de drijfstand )actief, niet informa- actief) tieregel Werkelijke waarde van de balkbreedte (indien sensor aanwezig) Inbouwdiktemeting en materiaaltemperatuur Werkelijke waarde van de inbouwdiktemeting (wanneer er sensoren beschikbaar en geactiveerd zijn) Werkelijke waarde van de materiaaltemperatuur (indien sensor aanwezig)
  • Pagina 84 8 Bediening algemeen Gevoeligheidstabellen voor de verschillende sensoren: Sensoren Gevoeligheid Dode band Propband (mm) (mm) • sonic-ski ® plus, 18.0 • big sonic-ski ® 16.0 • dual-sonic-sensor, • prop. laser-receiver 14.0 • powermast met laser- 12.0 receiver 10.0 Sensoren Dode band Propband Gevoeligheid (mm)
  • Pagina 85: Regelvenster

    8 Bediening algemeen 8.8.3 Regelvenster Regelvenster Dit menupunt wordt alleen weergegeven wanneer momenteel een afstandssensor is geselecteerd als actieve sensor, omdat het alleen invloed heeft op dit sensortype. Om verschillende redenen kunnen de meetwaarden van een sensor abrupt veranderen. De oorzaak hiervan kan zowel onachtzaamheid van het bedieningspersoneel zijn ( obstakels in geluidskegel ultrasone...
  • Pagina 86 8 Bediening algemeen De grootte van het symmetrisch rond het arbeidspunt liggende regelvenster is instelbaar. De instelling gebeurt in stappen van 0,1cm, 0,1inch of 0,01feet, afhankelijk van de maateenheid die voor de afstandsmeting is ingesteld. De ingestelde waarde van het regelvenster beschrijft het gehele bereik rond het arbeidspunt, d.w.z.
  • Pagina 87: Configuratiemenu

    8 Bediening algemeen 8.8.4 Configuratiemenu Het configuratiemenu is onderdeel van het gebruikersmenu. Hier worden de maateenheden van de sensoren en de eigenschappen van het arbeidsvenster vastgelegd. Bovendien kan hier eventueel de inbouwdikte-indicatie worden geconfigureerd (als de sensorconstellatie dit toelaat). In het standaardaanzicht op functietoets F3 drukken.
  • Pagina 88 8 Bediening algemeen Inbouwdikte-indicatie Het punt Inbouwdikte-indicatie van het configuratiemenu wordt alleen weergegeven wanneer de huidige sensorconstellatie op de CAN-bus een weergave van de inbouwdikte in het weergavemenu mogelijk maakt. Leg eerst vast of u de inbouwdikte-indicatie wilt activeren of deactiveren. Als u de inbouwdikte-indicatie hebt geactiveerd, moeten de volgende parameters worden ingevoerd om de correcte waarde te berekenen: Actueel gemeten...
  • Pagina 89 8 Bediening algemeen Inbouwdikte-indicatie tijdens het bedrijf controleren en de eerste parameter "Actueel gemeten inbouwdikte" eventueel optimaliseren. Maateenheden voor de afstandsmeting Kies uit de aangeboden mogelijkheden een resolutie en een maateenheid voor de afstandsmetingen. De selectie die u hier maakt, geldt voor alle sensoren die voor de afstandsmeting worden gebruikt.
  • Pagina 90 8 Bediening algemeen Configuratie van de arbeidsvensters X X . X De volgende menu's kunnen door de gebruiker worden ingesteld: arbeidsvenster automatische terugsprong Arbeidsvenster: omhoog-/omlaag-toetsen selecteert aangeboden mogelijkheden de eigenschappen van het arbeidsvenster, d.w.z. de wijze waarop werkelijke waarde instelwaarde worden weergegeven.
  • Pagina 91: Helderheid Led-Pijl

    8 Bediening algemeen Automatische terugsprong: In het volgende configuratiemenu kunt u een tijd instellen voor de automatische terugsprong van het submenu naar het hoofdmenu. Het bereik is 0-10 seconden. 0 = geen terugsprong >0 = terugsprongtijd De standaardinstelling is 5 seconden. 8.8.5 Helderheid LED-pijl Helderheid LED-pijl Ook de lichtsterkte van de LED-pijl kan worden aangepast.
  • Pagina 92: Bediening Van De Nivellering

    9 Bediening van de nivellering 9 Bediening van de nivellering 9.1 Werken met de digi-slope-sensor 9.1.1 Montage en instelling digi-slope-sensor wordt tussen trekarmen dwarstraverse gemonteerd, iets voor de balk. De bevestigingsplaat van de sensor bevat vier bevestigingsgaten voor de montage. (Tekening van de behuizing, zie de paragraaf "Technische gegevens").
  • Pagina 93 9 Bediening van de nivellering In het onderstaande wordt beschreven hoe een ingestelde hellingwaarde tijdens het werk in de automatische modus wordt afgesteld t.o.v. de werkelijke waarde (het resultaat). Stap 1 Stap 2 Stap 3 Het systeem staat in de Met een zeer De Enter-toets automatische modus.
  • Pagina 94: Regelen Met De Digi-Slope-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.1.3 Regelen met de digi-slope-sensor 1) Regelaar met de 2) Digi-slope-sensor 3) De balk op de toets Auto-/manueel selecteren zoals arbeidspositie zetten met de op de bedrijfsmodus beschreven. omhoog-/omlaag-toetsen of "Manueel" met de tuimelschakelaar op •...
  • Pagina 95: Nulafstelling

    9 Bediening van de nivellering 9.2 Nulafstelling Definitie Voordat op de volgende pagina's het werken met de verschillende afstandssensoren wordt beschreven, moet eerst het begrip 'nulafstelling' nader worden toegelicht. Telkens wanneer wanneer een afstandssensor opnieuw wordt gebruikt of opnieuw gemonteerd of vervangen is, moet de actuele meetwaarde ervan op nul worden afgesteld.
  • Pagina 96 9 Bediening van de nivellering De nulafstelling is alleen actief bij afstandssensoren. Bovendien moet hiertoe afstandsbediening bedrijfsmodus "Manueel" staan. Afstellen Wanneer de balk, het trekpunt en de sensor(en) op de afstelhoogte zijn ingesteld, gaat u bij de nulafstelling als volgt te werk: Selecteer stellen afstandssensor...
  • Pagina 97: Werken Met De Sonic-Ski ® Plus

    9 Bediening van de nivellering ® 9.3 Werken met de sonic-ski plus 9.3.1 Montage en instelling ® Montagerichting Voor de bodemaftasting moet de sonic-ski plus evenwijdig aan Bodemaftasting de rijrichting van de machine worden gebruikt (gemiddelde - waardeberekening). rijrichting ® Montagerichting Voor de kabelaftasting moet de sonic-ski plus dwars op de...
  • Pagina 98 9 Bediening van de nivellering Binnen dit bereik is de indicatie van de weergegeven werkelijke waarde op de display van de afstandsbediening continu aan; buiten dit bereik knippert de indicatie (positioneringshulp). ® De sonic-ski plus moet op ca. 35 cm afstand van het referentieobject worden ingesteld.
  • Pagina 99: Regelen Met De Sonic-Ski ® Plus Met Bodemaftasting

    9 Bediening van de nivellering ® 9.3.2 Regelen met de sonic-ski plus met bodemaftasting 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde krijgt bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen.
  • Pagina 100: Regelen Met De Sonic-Ski ® Plus Met Kabelaftasting

    9 Bediening van de nivellering ® 9.3.3 Regelen met de sonic-ski plus met kabelaftasting 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde krijgt bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen.
  • Pagina 101: Werken Met De Digi-Rotary-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.4 Werken met de digi-rotary-sensor 9.4.1 Montage en instelling De digi-rotary-sensor "sleept" de aftastarm met het daaraan bevestigde hulpmiddel achter zich aan. Om de verschillende referentieobjecten af te tasten, zijn er twee hulpmiddelen beschikbaar. De digi-rotary-sensor moet zo hoog worden ingesteld dat de afgevlakte zijde van zijn sensoras bij n eerliggende aftastbuis resp.
  • Pagina 102: Regelen Met De Digi-Rotary-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.4.2 Regelen met de digi-rotary-sensor 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde krijgt bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen. de omhoog-/omlaag- een zwarte toetsen of met de achtergrond en de...
  • Pagina 103: Werken Met De Dual-Sonic-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.5 Werken met de dual-sonic-sensor 9.5.1 Montage en instelling De door de dual-sonic-sensor uitgezonden ultrasone impulsen hebben een kegelvormige karakteristiek, d.w.z. de geluidskegel wordt breder naarmate deze zich verder van de sensor verwijdert. Bij werkzaamheden met de dual-sonic-sensor moet daarom een vrije ruimte van >...
  • Pagina 104: Regelen Met De Dual-Sonic-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.5.2 Regelen met de dual-sonic-sensor 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets indrukken. • De instelwaarde krijgt Auto-/manueel op de nulafstelling op de bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met een zwarte achtergrond schakelen.
  • Pagina 105: Werken Met De Big Sonic-Ski

    9 Bediening van de nivellering 9.6 Werken met de big sonic-ski ® 9.6.1 Montage en instelling Mechaniek De fabrikant heeft montagehandeidingen voor u klaarliggen ® waarin de aanbouw van het mechaniek van de big sonic-ski uitvoerig beschreven. (Zie hiertoe paragraaf "1.5 Aanvullende documenten").
  • Pagina 106 9 Bediening van de nivellering Sluit de voorste sensor (in de rijrichting gezien) aan op uitgang 1, de middelste sensor op uitgang 2 en de achterste sensor op ® uitgang 3 van de "big sonic-ski verdelerdoos". Deze aansluitvolgorde wordt ook aangehouden bij de nummering van de sensoren in de sensorsymbolen.
  • Pagina 107 9 Bediening van de nivellering ® Montagerichting In het algemeen is met de big sonic-ski alleen bodemaftasting van de sonic- mogelijk. ® ® plus Daarom moeten alle sonic-ski plus bij het werk parallel aan de sensoren rijrichting van de machine worden afgesteld (gemiddelde- waardeberekening).
  • Pagina 108: Regelen Met De Big Sonic-Ski

    9 Bediening van de nivellering ® 9.6.2 Regelen met de big sonic-ski 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde krijgt bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen.
  • Pagina 109: Werken Met De Prop. Laser-Receiver

    9 Bediening van de nivellering 9.7 Werken met de prop. laser-receiver 9.7.1 Veiligheidsvoorschriften Laserstralen Gevaar van oogletsel door laserstralen! VOORZICHTIG! Laserzenders werken met hoogintensieve lichtstralen. Er kan oogletsel ontstaan wanneer men in de laserstraal kijkt. Daarom:  Niet in de laserstraal kijken. ...
  • Pagina 110: Montage En Instelling

    9 Bediening van de nivellering 9.7.2 Montage en instelling Algemeen Bij de montage van de laser-receiver moeten de volgende punten beslist in acht worden genomen: • Er mogen zich geen obstakels (bijv. kabels) voor de sensor bevinden • De laserzender en laser-receiver moeten altijd "vrij zicht" op elkaar hebben Idealiter dient u beide zo hoog te monteren dat de roterende laserstraal ongehinderd over het dak van de machine...
  • Pagina 111 9 Bediening van de nivellering De prop. laser-receiver kan langs de mast worden verschoven. Gebruik voor het instellen van de laser- receiver de geïntegreerde posioneringshulp van de sensor en verplaats de sensor resp. de mast zodanig dat de laserstraal het ontvangstgebied in het midden raakt.
  • Pagina 112: Regelen Met De Prop. Laser-Receiver

    9 Bediening van de nivellering 9.7.3 Regelen met de prop. laser-receiver 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets indrukken. • De instelwaarde krijgt Auto-/manueel op de nulafstelling op de bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met een zwarte schakelen.
  • Pagina 113: Werken Met De Powermast En De Prop. Laser-Receiver

    9 Bediening van de nivellering 9.8 Werken met de powermast en de prop. laser-receiver 9.8.1 Veiligheidsvoorschriften Elektrische stroom Gevaar door elektrische stroom! GEVAAR! Bij werkzaamheden met een lasermast of de powermast in de directe omgeving van elektrische installaties, bijv. bovengrondse leidingen of elektrische spoorlijnen, bestaat er levensgevaar door elektrische schokken.
  • Pagina 114: Montage En Instelling

    9 Bediening van de nivellering 9.8.2 Montage en instelling Algemeen Bij het werken met een powermast en de daarop gemonteerde laser-receiver moeten de volgende punten beslist in acht worden genomen: • Er mogen zich geen obstakels (bijv. kabels) voor de sensor bevinden •...
  • Pagina 115: Het Mastmenu

    9 Bediening van de nivellering Bij het werken met een powermast kan de operator de laser-receiver op 2 verschillende manieren instellen. Beide manieren kunnen eenvoudig worden uitgevoerd m.b.v. de afstandsbediening. 1) De mast kan handmatig worden verplaatst laser-receiver m.b.v. positioneringshulp worden ingesteld, of 2) Het laserstraal-zoeken kan automatisch worden uitgevoerd.
  • Pagina 116: Oproepen Van Het Mastmenu

    9 Bediening van de nivellering 9.8.4 Oproepen van het mastmenu In het arbeidsvenster op functietoets F2 ( ) drukken. Het venster van het mastmenu wordt geopend. Het symbool verschijnt linksboven in het venster. omhoog-/omlaag-toetsen gewenste menupunt selecteren en de keuze bevestigen met de Enter-toets.
  • Pagina 117: Powermast Handmatig Verplaatsen

    9 Bediening van de nivellering 9.8.5 Powermast handmatig verplaatsen In het mastmenu de functie "Powermast handmatig verplaatsen" selecteren. De selectie heeft een zwarte achtergrond. De selectie bevestigen door op de Enter-toets te drukken. Functietoets F3 ( ) indrukken om het menu te verlaten.
  • Pagina 118: Automatisch Zoeken Van De Laserstraal

    9 Bediening van de nivellering 9.8.6 Automatisch zoeken van de laserstraal In het mastmenu de functie "Automatisch laserstraal zoeken" selecteren. De selectie heeft een zwarte achtergrond. selectie bevestigen door Enter-toets te drukken. Functietoets F3 ( ) indrukken om het menu te verlaten. Het afgebeelde venster wordt geopend.
  • Pagina 119 9 Bediening van de nivellering Op de positie van het grijze rechthoekje wordt een van de volgende symbolen weergegeven: = tijdens het oproepen = tijdens het omhoog zoeken = tijdens het omlaag zoeken = laserstraal gevonden = laserstraal niet gevonden Opmerking over de hoogtemeting met de powermast: Het derde menupunt dient voor de hoogtemeting met de machine.
  • Pagina 120: Regelen Met Powermast En Prop. Laser-Receiver

    9 Bediening van de nivellering 9.8.7 Regelen met powermast en prop. laser-receiver 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 5a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. Zodra de bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met laserstraal het schakelen.
  • Pagina 121: Werken Met De 3D Tps

    9 Bediening van de nivellering 9.9 Werken met de 3D TPS 9.9.1 Montage en instelling Neem het DYNAPAC 3D TPS-systeem in gebruik op basis van zijn bedieningshandleiding. Een beschrijving van de montage, bedrading en configuratie van systeemcomponenten bepaling machineafmetingen en hun registratie in de 3D-software - de kalibratie van de masthellingsensor - en vooral de beschrijving van de functies van de 3D-software, valt buiten het bestek van deze bedieningshandleiding.
  • Pagina 122: Regelen Met De 3D Tps

    9 Bediening van de nivellering 9.9.2 Regelen met de 3D TPS 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 4a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen. de omhoog-/omlaag- krijgt een zwarte toetsen of met de achtergrond en de...
  • Pagina 123: Werken Met De 3D Gnss

    9 Bediening van de nivellering 9.10 Werken met de 3D GNSS Omdat met het GNSS -signaal de nauwkeurigheid van de positie slechts binnen een bereik van enkele centimeters kan worden bepaald, zijn 3D GNSS-systemen slechts in beperkte mate geschikt voor verschillende toepassingen. 9.10.1 Montage en instelling Neem het DYNAPAC 3D GNSS -systeem in gebruik op basis van...
  • Pagina 124: Regelen Met De 3D Gnss

    9 Bediening van de nivellering 9.10.2 Regelen met de 3D GNSS 1) Regelaar met de toets 3) De balk voor de 4a) Enter-toets Auto-/manueel op de nulafstelling op de indrukken. • De instelwaarde bedrijfsmodus "Manueel" arbeidspositie zetten met schakelen. de omhoog-/omlaag- krijgt een zwarte toetsen of met de achtergrond en de...
  • Pagina 125: Werken Met De 3D-Slope-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.11 Werken met de 3D-slope-sensor De 3D-slope-sensor is geen aanvullende sensor in eigenlijke zin. Voor bepaling werkelijke waarde gereedschapshelling wordt de hierboven beschreven digi-slope- sensor gebruikt. Het verschil met het werken met de digi-slope- sensor is, dat bij gebruik van de 3D-slope-sensor de instelwaarde niet handmatig wordt...
  • Pagina 126: Regelen Met De 3D-Slope-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.11.3 Regelen met de 3D-slope-sensor 1) Regelaar met de toets 2) 3D-slope-sensor 3) De balk met de Auto-/manueel op de selecteren zoals omhoog-/omlaag- bedrijfsmodus "Manueel" beschreven. toetsen van de schakelen. regelaar op de • Op de display worden instelwaarde zetten het sensorsymbool en die het...
  • Pagina 127: Wegafhankelijk Werken Met De Digi-Slope-Sensor

    9 Bediening van de nivellering 9.12 Wegafhankelijk werken met de digi-slope-sensor Hierbij gaat het niet om een aanvullende sensor in eigenlijke zin. Voor bepaling werkelijke waarde gereedschapshelling wordt de hierboven beschreven digi-slope- sensor gebruikt. Het verschil met het werken met de digi-slope- sensor is, dat bij het wegafhankelijk werken met de digi-slope- sensor de instelwaarde niet handmatig wordt gewijzigd, maar automatisch en afhankelijk van de afgelegde weg wordt verstrekt...
  • Pagina 128: Montage En Instelling

    9 Bediening van de nivellering 9.12.1 Montage en instelling digi-slope-sensor wordt tussen trekarmen dwarstraverse gemonteerd, iets voor de balk. (Zie voor meer montagedetails ook hoofdstuk "9.1.1 Montage en instelling") 9.12.2 Werkelijke-waardeafstelling De werkelijke-waardeafstelling dient om de meetwaarde van de digi-slope-sensor aan te passen aan de werkelijke helling van het gereedschap.
  • Pagina 129 9 Bediening van de nivellering Met de omhoog-/omlaag-toetsen de afstand invoeren waarover het wegdekprofiel moet worden gewijzigd. Met F2 gaat u naar het delta-slope-menu. De functies in het delta-slope-menu zijn: Toets F1 = annuleren Toets F2 = starten Toets F3 = naar het gebruikersmenu gaan Activeer de wegafhankelijke regeling met de F2-toets ( De wegafhankelijke dwarshellingregeling is actief.
  • Pagina 130 9 Bediening van de nivellering Nevenstaande afbeelding toont de delta-slope-regeling kort voor het doel is bereikt. Als het doel is bereikt (weg = 0), schakelt de regeling automatisch om naar de normale (weg-onafhankelijke) dwarshellingregeling. Op de informatieregel wordt nu opnieuw de eerder weergegeven waarde getoond.
  • Pagina 131: Wegdekprofiel

    10. Wegdekprofiel 10. Wegdekprofiel De besturing van het wegdekprofiel kan in 2 verschillende bedrijfsmodussen worden uitgevoerd. • Handmatige verstelling • "Wegafhankelijke" verstelling Werking: Bij de handmatige verstelling wordt het wegdekprofiel direct gewijzigd door op een toets te drukken. Wanneer er een wegdekprofielsensor is aangesloten en de door de machine verzonden weginformatie beschikbaar is, kan ook het 2e menupunt, "wegafhankelijke"...
  • Pagina 132: Hand - Besturing

    10. Wegdekprofiel 10.1 HAND - besturing Open het wegdekprofielmenu met een van de twee toetsen voor de wegdekprofielverstelling. ATTENTIE! Het wegdekprofiel wordt direct gewijzigd wanneer de omhoog-/omlaag-toetsen worden ingedrukt. Als er een wegdekprofielsensor aanwezig is,wordt de actuele gemeten waarde weergegeven. Speciale functie wegdekprofiel werkelijke- waardeafstelling: De wegdekprofielsensor moet altijd worden geijkt bij de...
  • Pagina 133: Wegafhankelijke Wegdekprofielregeling

    10. Wegdekprofiel 10.2 Wegafhankelijke wegdekprofielregeling Open menu toets "wegafhankelijk wegdekprofiel". wegafhankelijke verstelling kan alleen worden geselecteerd wanneer er weginformatie beschikbaar is op de bus en er een wegdekprofielsensor aanwezig is. Met de omhoog-/omlaag-toetsen de instelwaarde van de gewenste wegdekprofielhelling invoeren. (Deze gewenste wegdekprofielhelling...
  • Pagina 134 10. Wegdekprofiel Bevestigingsmelding: Pas wanneer starttoets F2 opnieuw wordt ingedrukt, wordt wegafhankelijke wegdekprofielregeling geactiveerd. Toets F1 = Omschakelen naar de weergave met 2 regelcircuits Toets F2 = Start Toets F3 = Het wegdekprofielvenster sluiten en naar het hoofdmenu gaan De wegafhankelijke wegdekprofielregeling is actief. Door op de stoptoets F1 te drukken, wordt de regeling geannuleerd.
  • Pagina 135: Bediening Van De Noodbesturing

    11 Bediening van de noodbesturing 11 Bediening van de noodbesturing Algemeen De noodbesturing, ook wel noodfunctie genoemd, is bedoeld voor het geval dat het bedieningspaneel op het bedienings - bordes uitvalt. In dit geval moeten met behulp van de noodbesturing minstens de basisfuncties van de machines geactiveerd kunnen worden via de afstandsbedieningen.
  • Pagina 136: Activering Van De Noodbesturing

    11 Bediening van de noodbesturing 11.1 Activering van de noodbesturing De noodfuncties bevinden zich als tweenalaatste menu in het aanzichtenmenu; dit menu wordt pas zichtbaar wanneer er een noodmelding van het voertuig in het bussysteem is. Het oproepen en de opbouw van de menu's zijn onder punt "8.7 Aanzichtenmenu"...
  • Pagina 137 11 Bediening van de noodbesturing Activering van de noodfuncties: Na het menu "Basisbalkbreedte" volgt het menu voor de vrijschakeling van de noodbesturing. Noodfuncties openen: De Enter-toets indrukken om de noodfuncties te openen. Navigeren binnen het menu: Met functietoetsen F1 ( ) en F2 ( ) navigeert u door het menu.
  • Pagina 138: Functies Van De Noodbesturing

    11 Bediening van de noodbesturing 11.2 Functies van de noodbesturing Hopperbak: Met de omhoog-/omlaag-toetsen van het linker toetsenblok kan de hopperbak links worden geopend en gesloten. Met de omhoog-/omlaag-toetsen van het rechter toetsenblok wordt de rechter hopperbak geopend en gesloten. Navigeren binnen het menu: Met functietoetsen F1 ( ) en F2 ( )
  • Pagina 139 11 Bediening van de noodbesturing Vario-speed: Met de Enter-toets kan de bedrijfsmodus worden omgeschakeld. (ON < --- > OFF) Navigeren binnen het menu: Met functietoetsen F1 ( ) en F2 ( ) navigeert u door het menu. Menu afsluiten: Functietoets F3 ( ) indrukken om het menu te verlaten.
  • Pagina 140: Materiaalberekening

    12 Materiaalberekening 12 Materiaalberekening Algemeen materiaalberekening laatste menu aanzichtenmenu. Het oproepen en de opbouw van de menu's zijn onder punt "8.7 Aanzichtenmenu" uitvoerig beschreven. Werking In het menu voor de materiaalberekening kunt u de volgende twee functies selecteren: Berekening van het ingebouwde materiaal Hier wordt het totale ingebouwde materiaal vanaf een in te voeren startpunt berekend en weergegeven.
  • Pagina 141 12 Materiaalberekening Na de selectie verschijnt eerst het overzichtsscherm. Afgelegde afstand Ingevoerde inbouwdikte Berekend materiaalvolume Berekend gewicht De hier aangegeven waarden worden berekend op basis van de volgende waarden: - Wegtraject - Werkbreedte - Inbouwdikte - Materiaaldichtheid Druk op toets F2 om deze waarden in te voeren.
  • Pagina 142 12 Materiaalberekening Voer het wegtraject vanaf de start in of zet de waarde op NUL door de omhoogtoets en de omlaagtoets gelijktijdig in te drukken. Met toets F2 gaat u naar de volgende invoer. Voer de ingebouwde laagdikte in. Als het systeem beschikt over meetwaarden van de inbouwdiktemeting, worden deze gebruikt voor de berekeningen.
  • Pagina 143 12 Materiaalberekening Voer tenslotte de materiaaldichtheid "ρ" in voor de omrekening van het volume in het gewicht. Met toets F2 gaat u terug naar het overzichtsscherm. Wanneer alle waarden zijn ingevoerd, wordt op het overzichtsscherm het reeds ingebouwde materiaal weergegeven.
  • Pagina 144: Materiaalplanning (Calculatie)

    12 Materiaalberekening 12.2 Materiaalplanning (calculatie) Selecteer met de omlaag-toets de berekening van de materiaalplanning. Na de selectie verschijnt eerst het overzichtsscherm. Nog in te bouwen wegtraject Ingevoerde inbouwdikte Berekend materiaalvolume Berekend gewicht De hier aangegeven waarden worden berekend op basis van de volgende waarden: - Wegtraject - Werkbreedte - Inbouwdikte...
  • Pagina 145 12 Materiaalberekening Voer het wegtraject tot het doel in. Met toets F2 gaat u naar de volgende invoer. Voer de geplande inbouwdikte in. Als het systeem beschikt over meetwaarden van de inbouwdiktemeting, wordt actuele meetwaardeweergave openen invoervenster vastgezet. Deze waarde kan nu met de omhoog-/omlaag-toetsen worden aangepast aan de geplande waarde.
  • Pagina 146 12 Materiaalberekening Voer tenslotte de materiaaldichtheid "ρ" in voor de omrekening van het volume in het gewicht. Met toets F2 gaat u terug naar het overzichtsscherm. Wanneer alle waarden zijn ingevoerd, wordt op het overzichtsscherm de nog benodigde resthoeveelheid weergegeven. Wanneer de machine rijdt, wordt de in de kopregel aangegeven afstand automatisch kleiner.
  • Pagina 147: Omschakeling Van De Eenheden

    12 Materiaalberekening 12.3 Omschakeling van de eenheden eenheden verschillende parameters voor materiaalplanning en voor de berekening van het ingebouwde materiaal, zijn altijd gelijk. Met functietoets F1 gaat u van het overzichtsscherm naar eenheden- omschakeling. Met de omhoog-/omlaag-toetsen kunt u dan tussen de eenheden kiezen.
  • Pagina 148 12 Materiaalberekening Eenhedenomschakeling voor de inbouwdikte. Keuzemogelijkheden: • Centimeter (cm) • Inch (") Met toets F2 gaat u naar de volgende invoer. Eenhedenomschakeling voor de inbouwbreedte. Keuzemogelijkheden: • Meter (m) • Foot (ft) • Yard (yd) Met toets F2 gaat u naar de volgende invoer.
  • Pagina 149 12 Materiaalberekening Eenhedenomschakeling voor het materiaalvolume. Keuzemogelijkheden: • Kubieke meter (m³) • Cubic foot (ft³) • Cubic yard (yd³) • Registerton (reg. tn) Met toets F2 gaat u naar de volgende invoer. Eenhedenomschakeling voor het materiaalgewicht. Keuzemogelijkheden: • Ton (t) •...
  • Pagina 150: Externe Nivellering

    13 Externe nivellering 13 Externe nivellering Algemeen nivelleringsfunctie volledig geïntegreerd afstandsbediening. Als men in plaats daarvan een externe nivellering wil gebruiken, moet dit worden omgeschakeld op het dashboard van de bestuurderspositie. externe nivellering wordt interne nivellering uitgeschakeld. Dit wordt in het werkmenu aangegeven door een grijze instelwaarde.
  • Pagina 151: Onderhoud En Instandhouding

    14 Onderhoud en instandhouding 14 Onderhoud en instandhouding Algemeen Het product is ontwikkeld voor een grote betrouwbaarheid. Voor de instandhouding van het product is slechts een minimum aan werk nodig. Alle elektronische componenten zijn ondergebracht in stevige behuizingen om mechanische beschadiging te voorkomen. Desondanks moeten apparaten...
  • Pagina 152: Reinigen En Drogen

    14 Onderhoud en instandhouding 14.2 Reinigen en drogen Reinigingswerkzaamheden aan het product kunnen door leken worden uitgevoerd, mits deze zich houden aan de volgende eisen. Apparaten: Schakel het product uit Doe een gebruikelijk kunststofreinigingsmiddel op een zachte, niet-pluizende doek Reinig de oppervlakken van de apparaten zonder druk uit te oefenen Gebruik een schone doek om het reinigingsmiddel volledig van de apparaten te verwijderen...
  • Pagina 153: Hulp Bij Storingen

    15 Hulp bij storingen 15 Hulp bij storingen Algemeen Bij het werken met de afstandsbediening wordt een onderscheid gemaakt tussen waarschuwingen en foutmeldingen. In deze paragraaf vindt u informatie over de maatregelen die u kunt of moet nemen wanneer het systeem een waarschuwing of een foutmelding geeft.
  • Pagina 154: Opsporen En Verhelpen Van Storingen

    15 Hulp bij storingen 15.2 Opsporen en verhelpen van storingen Waarschuwingen Waarschuwingen worden weergegeven in het arbeidsvenster op de positie van de werkelijke waarde van de actieve sensor. ® Bij sensorcombinaties (big sonic-ski , powermast met laser- receiver enz.) wordt voor elke afzonderlijke component een afzonderlijke waarschuwing weergegeven.
  • Pagina 155 15 Hulp bij storingen Algemeen: Oorzaak: De laatst gebruikte sensor is vervangen of verwijderd Oplossing: Selecteer een andere sensor of controleer waarom de sensor niet meer beschikbaar is Oorzaak: De meetwaarde van de actieve sensor valt buiten het toegestane meetbereik of de powermast heeft het hoogste of laagste instelpunt bereikt Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld.
  • Pagina 156 15 Hulp bij storingen Specifiek bij het werken met TPS (totaalstation): Oorzaak: Het totaalstation is niet horizontaal opgesteld; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld; Oplossing: Stel het statief met het totaalstation zodanig op dat de luchtbel midden in het het afleesgebied van de waterpas staat; Oorzaak: De batterij van het totaalstation is bijna leeg;...
  • Pagina 157 15 Hulp bij storingen Specifiek bij het werken met GNSS (Global Navigation Satellite Systems): Oorzaak: De meetnauwkeurigheid is beperkt; mogelijk is er sprake slechte satellietconstellatie door gedeeltelijke afschaduwing; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus nog steeds aangestuurd; Oplossing: Bevestig de foutmelding door op en willekeurige toets te drukken;...
  • Pagina 158 15 Hulp bij storingen Foutmeldingen Foutmeldingen onderscheiden zich van waarschuwingen doordat ze altijd in combinatie met de signaalkleur "rood" worden weergegeven. In tegenstelling tot waarschuwingen, die meestal kortstondig optreden en vanzelf weer verdwijnen, wijzen foutmeldingen vaak op defecten. waarschuwingen worden foutmeldingen arbeidsvenster weergegeven op de positie van de werkelijke waarde van de actieve sensor.
  • Pagina 159 15 Hulp bij storingen Systeem-foutmeldingen worden displayvullend weergegeven. Oorzaak: De verbinding tussen de Screed Controller en het bovengeschikte besturingssysteem is verbroken. Regeluitgangen: Er kunnen geen regelsignalen meer worden verzonden naar de machine. Oplossing: De CAN-verbinding moet worden hersteld, anders is verder werken onmogelijk.
  • Pagina 160 15 Hulp bij storingen Algemeen: Oorzaak: De verbinding met de actieve sensor is tijdens het werk plotseling verbroken. Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld. Oplossing: Controleer de aansluitkabel van de sensor op beschadiging en vervang hem eventueel. Vervang de sensor.
  • Pagina 161 15 Hulp bij storingen Oorzaak: Hoewel een van de uitgangen van de afstandsbediening wordt aangestuurd, beweegt de powermast niet - de mast zit vast of is geblokkeerd. Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld. Oplossing: Controleer of er een hindernis de mast in de weg staat, of de mast verbogen is, of de bewegende delen van de mast sterk vervuild zijn en daardoor geblokkeerd zijn geraakt.
  • Pagina 162 15 Hulp bij storingen Oplossing: Verhoog de rotatiesnelheid van de laserzender indien deze over een toerentalregeling beschikt. Controleer de accu / de voedingsspanning van de laserzender. Oorzaak: De gespecificeerde maximum rotatiesnelheid van de laserzender wordt overschreden (>20 Hz [r/sec]); Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld.
  • Pagina 163 15 Hulp bij storingen Specifiek bij het werken met TPS (totaalstation): Oorzaak: Het totaalstation heeft het prisma verloren. d.w.z. het rechtstreekse "zicht" erop is onderbroken; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld; Oplossing: Na een onderbreking van de meting begint het totaalstation automatisch opnieuw met zijn detectietaak;...
  • Pagina 164 15 Hulp bij storingen Oorzaak: De radioverbinding tussen het totaalstation en de systeemcomputer is verbroken; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld; Oplossing: Controleer de kabels en de stroomvoorziening van de zendontvangapparaten; Controleer op het totaalstation en op het zendontvangapparaat de LED voor de visualisatie van de radioverbinding;...
  • Pagina 165 15 Hulp bij storingen Oorzaak: De batterij van het basisstation is leeg; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld; Oplossing: Vervang de batterij of laad deze op; Oorzaak: De machine bevindt zich buiten de grenzen van het project resp. het oppervlaktedesign; Regeluitgangen: De uitgangen worden in de automatische modus vergrendeld;...
  • Pagina 166: Op De Foute Afstandsbediening De 3 Toetsen

    15 Hulp bij storingen Fout bij de zijde-herkenning: Indicatie: De zijde-identificatie geeft d.m.v. een knipperende pijl aan dat beide afstandsbedieningen dezelfde zijde -identificatie hebben ingelezen. Werking: De afstandsbedieningen blijven op het foutmenu staan, d.w.z. dat er geen bediening mogelijk is. Oorzaken: De aansluitkabel van de afstandsbediening of de stekkerverbinding met de aansluitdoos is beschadigd of hebben een loszittend contact;...
  • Pagina 167: Begripsdefinities / Verklarende Woordenlijst

    16 Begripsdefinities / verklarende woordenlijst 16 Begripsdefinities / verklarende woordenlijst Begrip Definitie Arbeidspunt Punt (afstand of helling) waarop de werkelijke waarde gelijk is aan de gewenste waarde en er geen regeling plaatsvindt. CAN-bus CAN-bus (Controller Area Network) is een systeem voor seriële gegevensoverdracht.
  • Pagina 168 16 Begripsdefinities / verklarende woordenlijst Regelafwijking Verschil tussen gewenste waarde en werkelijke waarde. Bij de regeling beweegt de regelaar de instelvoorziening zodanig gemeten waarde sensor (werkelijke waarde) overeenkomt met de ingestelde waarde (gewenste waarde). Werkelijke waarde De actuele waarde die door een sensor is gemeten, bijv. de afstand tussen een afstandssensor en een referentiepunt of de door een slope-sensor gemeten helling.
  • Pagina 170 www.dynapac.com...

Inhoudsopgave