5. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR
5.1 Algemeen
De boiler is voorzien van een boilerthermostaat (instelbaar
tot 70°C) geschikt voor 24V regelspanning.
De thermostaat dient te worden aangesloten overeenkom-
stig de elektrische aansluitschema's van par. 5.2 t/m 5.5,
afhankelijk van het toe te passen keteltype.
De boiler is aan de achterzijde voorzien van een bevesti-
gingsmogelijkheid voor Remeha's universele boilerrege-
ling (deze regeling is niet in alle gevallen noodzakelijk, zie
par. 7.2).
5.2 Elektrisch aansluit- en stroomkringschema uni-
versele boilerregeling voor de remeha Gas 1d XR,
remeha Gas 1020, remeha Gas 2d HR-E, remeha W23s.
Indien er een 5-draads driewegklep geplaatst is
moeten de aders oranje en bruin doorverbonden
worden en geplaatst op klem 7, de blauwe ader op
klem 8, de overige aders isoleren.
Afb. 6 Universele boilerregeling
- Bij toepassing van de remeha universele boilerregeling
is sprake van een boilervoorkeurschakeling, waarbij de
driewegklep in de laatst gevraagde stand blijft staan.
CP
DV
F
K
TB
Tk
Ø
Ø
- - -
7
Circulatiepomp
Driewegverdeelklep
Smeltveiligheid
Hulprelais
Boiler thermostaat
Kamer thermostaat
Klem aansluitdoos 230V
Klem aansluitdoos 24V
Wordt niet bedraad of
meegeleverd