D
Batterijen en geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit alvorens u batterijen of geheugenkaarten
plaatst of verwijdert. Merk op dat de batterij en geheugenkaarten na
gebruik zeer warm kunnen zijn; ga daarom voorzichtig te werk bij het
verwijderen van de batterij en geheugenkaarten.
A
De batterij verwijderen
Om de batterij te verwijderen, schakel de
camera uit en open het deksel van het
batterijvak. Druk de batterijvergrendeling in
de richting van de pijl om de batterij vrij te
geven en verwijder de batterij vervolgens
met de hand.
D
De batterij en lader
Lees en volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op pagina xi–
xiii en 228–231 van deze handleiding. Gebruik de batterij niet bij
omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de batterij beschadigd
raken of kunnen de prestaties afnemen. De capaciteit kan afnemen en
de oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot
10 °C en van 45 °C tot 60 °C; de batterij zal niet opladen bij temperaturen
lager dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
Laad de batterij op bij omgevingstemperaturen tussen 5 °C en 35 °C. Als
het lampje CHARGE snel knippert tijdens het opladen, stop dan
onmiddellijk het gebruik en breng de batterij en lader naar uw winkelier
of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de batterij niet aan tijdens het opladen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in zeer
zeldzame gevallen ervoor zorgen dat de lader aangeeft dat het opladen
is voltooid terwijl de batterij slechts gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder
de batterij en plaats deze vervolgens terug om het opladen opnieuw te
starten.
Gebruik de lader alleen met compatibele batterijen. Haal de lader uit het
stopcontact wanneer deze niet in gebruik is.
s
25