t
Meer over fotografie
Dit hoofdstuk beschrijft andere functies die u kunt gebruiken bij het
maken van foto's.
Continustand
Maak een continue reeks (serieopname) foto's.
1
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
2
Selecteer I.
Markeer I (continu) en druk op 2 om
de beeldsnelheidopties weer te geven.
t
3
Selecteer een beeldsnelheid.
Markeer de gewenste beeldsnelheid en
druk op J. Beeldsnelheid wordt
uitgedrukt in aantal beelden
opgenomen per seconde (bps); kies uit
beeldsnelheden van ongeveer 6, 10, 20,
30 en 60 bps (respectievelijk I, Q,
R, S en T). Er kunnen maximaal
40 opnamen in één serieopname
worden gemaakt, behalve wanneer I is
geselecteerd.
92