Belichtingsstand
De opties in het menu voor de belichtingsstand bieden
verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma in de
standen Bewegingssnapshot en geavanceerde film (0 61, 87) en
wanneer Actieve selectie of Trage weergave is gekozen in de
stand Beste moment vastleggen (0 76).
Auto
h
onderwerpselectie
Automatisch
t
programma
u Sluitertijdvoorkeuze
v Diafragmavoorkeuze
w Handmatig
i
170
Een automatische "richten-en-maken"-stand waarin
de camera niet alleen sluitertijd en diafragma kiest,
maar ook andere instellingen aanpast aan het
onderwerp (automatische onderwerpselectie; 0 44).
De camera stelt sluitertijd en diafragma in voor een
optimale belichting (0 70). Aanbevolen voor
snapshots en in andere situaties waarbij er weinig tijd
is om de camera-instellingen aan te passen.
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert een
diafragma voor de beste resultaten (0 71). Gebruik
om bewegingen te bevriezen of onscherp te maken.
U kiest het diafragma; de camera selecteert een
sluitertijd voor de beste resultaten (0 72). Gebruik om
de achtergrond onscherp te maken of om zowel
voorgrond als achtergrond scherp weer te geven.
U regelt zowel sluitertijd als diafragma (0 73). Stel
sluitertijd in op "Bulb" of "Time" (Tijd) voor lange
tijdopnamen.