Handmatige scherpstelling
Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer
autofocus niet het gewenste resultaat produceert.
1
Selecteer handmatige scherpstelling.
Selecteer MF (handmatige
scherpstelling; 0 99).
2
Geef de hulplijnen voor handmatige scherpstelling weer.
Druk in de opnameweergave op J om
de weergave in het midden van het
beeld te vergroten (deze functie is niet
beschikbaar tijdens filmopname of in
slow motion-filmstand). Hulplijnen voor
handmatige scherpstelling worden ook
t
weergegeven.
3
Kies een vergroting.
Draai aan de hoofdinstelschijf om uit
vergrotingen van maximaal 10× te
kiezen.
102
Hoofdinstelschijf