Opstartvolgorde
Hieronder vindt u een normale reeks van gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens
de opstartprocedure van de NetVista Thin Client Express. Als een van deze
gebeurtenissen niet plaatsvindt, raadpleegt u "Hardwareproblemen oplossen" op
pagina 33.
1. De volgende apparatuur geeft aanduidingen met LED's:
2. De volgende interne hardwarecomponenten worden geïnitialiseerd:
3. Het scherm van de IBM NetVista thin client verschijnt.
4. Een van de volgende situaties treedt op:
Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer informatie over het configureren van
de NetVista Thin Client Express:
v "N2800e Thin Client Express configureren" op pagina 11
v "Thin Client Service Utility en Operations Utility's installeren" op pagina 15
v "De Thin Client Express op afstand beheren" op pagina 19
1. Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm als er geen lampje gaat branden.
2. Raadpleeg de documentatie bij uw USB-apparatuur als er geen lampje gaat branden.
© Copyright IBM Corp. 2000
v Logische eenheid (systeem-LED en de LED voor de netwerkstatus)
v Toetsenbord
v Beeldscherm
1
v USB-apparaten
2
v Geheugen
v L1-cache
v Videogeheugen
v Toetsenbordcontroller
v De Thin Client Express Setup Utility. De Setup Utility verschijnt in een van
de volgende situaties:
– U start de NetVista thin client voor de eerste keer.
– U hebt de NetVista thin client eerder teruggezet naar de standaard
fabrieksinstellingen.
Het Configuration Tool wordt in beide gevallen na de Setup Utility gestart.
Raadpleeg "N2800e Thin Client Express configureren" op pagina 11 voor
meer informatie over het gebruik van de Setup Utility.
v De NetVista Thin Client Express herkent de CompactFlash-kaart en laadt het
besturingssysteem in het geheugen.
v De in het Configuration Tool opgegeven interface wordt nu afgebeeld. De
interface kan bestaan uit:
– Een of meer toepassingen
– Een startbalk met een of meer toepassingen
9