De parameters van de PPP-dialer onderhouden en opnieuw con-
figureren
De PPP-dialer gebruiken om toegang te krijgen tot flashimages
Problemen met de PPP-dialer oplossen
24
U kunt de configuratieparameters van de PPP-dialer wijzigen met behulp van het
Configuration Tool. Dit gaat als volgt:
1. Ga op het werkstation waarop u de update wilt aanbrengen naar het
Configuration Tool:
a. Houd de volgende toetsen links op het toetsenbord ingedrukt: Shift + Ctrl
+ Alt.
b. Houd de toetsen een paar seconden ingedrukt, totdat het Configuration
Tool wordt gestart.
Opmerking: Als het Configuration Tool niet wordt gestart, heeft het werk-
station er waarschijnlijk geen toegang toe. Raadpleeg de publicatie
IBM NetVista Thin Client Manager Operations Utility (SA23-2813)
voor meer informatie over het verlenen en intrekken van toegang
voor werkstations tot het Configuration Tool. Deze informatie
vindt u op de volgende URL:
http://www.ibm.com/nc/pubs
2. Klik op Workstation Configuration.
3. Kies Hardware—>Communications. Het venster Dial Access Configuration
verschijnt.
4. Pas de parameters van de PPP-dialer naar wens aan.
Het is niet nodig het werkstation opnieuw op te starten om de wijzigingen van
kracht te laten worden. De volgende keer dat u een PPP-dialersessie start, worden
de nieuwe parameters gebruikt.
Met het Configuration Tool van een werkstation kunt u het flashimage op dat
werkstation bijwerken. Als u het werkstation hebt geconfigureerd voor de PPP-
dialer, gebruikt het werkstation die dialer om toegang te krijgen tot het nieuw
flashimage. Zie "Software-updates op een werkstation uitvoeren met het
Configuration Tool" op pagina 27 voor meer informatie over het aanbrengen van
software-updates met het Configuration Tool. Voer de procedure in "Een werk-
station configureren voor de PPP-dialer" op pagina 21 uit om het werkstation te
configureren voor de PPP-dialer.
In het venster NC Dialer ziet u informatie over de PPP-verbinding. Deze informa-
tie wordt ook opgeslagen in een bestand op het werkstation: /tmp/ncdialer/log.
Opmerking: Het bestand /tmp/ncdialer/log wordt bij het opnieuw opstarten van
het werkstation gewist.
Aanvullende informatie over de PPP-verbinding wordt opgeslagen in het systeem-
logboek. U krijgt op de volgende manier toegang tot deze informatie:
1. Configureer met behulp van het Configuration Tool het bureaublad van het
werkstation zodanig dat er een venster Advanced Diagnostics aanwezig is (zie
"Configuratie van het werkstation met behulp van het Configuration Tool" op
pagina 13).