Bedrijf
6.2
Monitoring van de bedrijfstoestand
6.2.1
Bedrijfsstatus via LED
28
Pomp met de knop "AAN/UIT" starten
De toets "pompinstallatie" regelt uitsluitend de parameter [P:010]. Alle via de aandrijf-
elektronica aangesloten componenten worden volgens hun eigen configuratie geacti-
veerd respectievelijk gedeactiveerd.
Let erop dat voor het inschakelen van de turbopomp daarnaast parameter [P:023]
ingeschakeld is.
Zelftest
De DCU voert na het inschakelen een zelftest en een controle van de aangesloten ap-
paraten uit. De duur van de zelftest bedraagt ongeveer 20 s en wordt door een voort-
gangsbalk in het scherm weergegeven.
Eventuele foutmeldingen met knop
De rode LED (foutstatus) en groene LED (bedrijfsstatus) op het frontpaneel van de DCU
kunnen de volgende toestanden weergeven:
Led
Sym-
Led-status
bool
Groen
Uit
Aan, knipperend
Aan, invers knippe-
rend
Aan, constant
Aan, knipperend
Rood
Uit
Aan, knipperend
Aan, constant
Het eenkleurig display op het frontpaneel van de TCP 1200 toont de modi van de aan-
drijfelektronica.
Indicatie
Activiteit
Uit
geen
Knipperend
10 % actief, 1 Hz
Knipperend
50 % actief, 1 Hz
Invers knipperend
90 % actief, 1 Hz
voortdurend
100 % actief
Flikkerend
50 % actief, 10 Hz
resetten.
Indicatie
Betekenis
stroomloos
"Pompinstallatie UIT", toerental ≤ 60 min
"Pompinstallatie AAN", streeftoerental niet
bereikt
"Pompinstallatie AAN", streeftoerental be-
reikt
"Pompinstallatie UIT", toerental > 60 min
geen fout, geen waarschuwing
Waarschuwing
storing
Betekenis
– onvoldoende stroomvoorziening
– geen fout,
– Pompinstallatie "UIT"
– Pomp staat stil
– geen fout,
– Pompinstallatie "UIT"
– Pomp loopt
– geen fout,
– Pompinstallatie "AAN"
– Streeftoerental niet bereikt
– geen fout,
– Pompinstallatie "AAN"
– Streeftoerental bereikt
– storing
-1
-1