Probleem
3.
Weinig poederflow of
schokkerige poeder
flow
4.
Geen kV wanneer het
pistool Aan wordt ge
triggerd, poederflow is
OK
5.
Geen poederflow wan
neer het pistool Aan
wordt getriggerd, kV is
OK
6.
Er wordt poeder ver
spoten maar er wordt
geen kV‐spanning af
gegeven door het pi
stool; het display knip
pert en toont 0 kV, 0 mA
E 2012 Nordson Corporation
Mogelijke oorzaak
Druk persluchttoevoer te laag
Storing transportluchtklep
Luchtslang afgekneld of verstopt
Pomppijpstuk versleten
Pomp is niet correct in elkaar gezet
Aanzuigbuis verstopt
Fluïdisatielucht te hoog ingesteld
Fluïdisatielucht te laag ingesteld
Poederslang verstopt of afgekneld
Poederslang te lang of binnendiame
ter te gering
Poederkanaal in pistool verstopt
Aansluitingen voor verstuivingslucht
en transportlucht zijn verwisseld
De kV-waarde is ingesteld op nul
Luchtflow of Totale Flow ingesteld
op nul
Persluchttoevoer staat UIT
Beschadigde pistoolkabel
Kortsluiting in elektrische pistoolvoe
ding
Problemen en oplossingen
Actie
De toevoerdruk moet hoger zijn dan 4,0
bar (58 psi).
Verwijder de klep en controleer de
boringen in het verdeelstuk. Vervang de
klep als het verdeelstuk in orde is.
Controleer of de slangen voor trans
portlucht en verstuivingslucht zijn
afgekneld.
Vervang het pomppijpstuk.
Controleer de pomp en zet opnieuw in
elkaar.
Controleer of de aanzuigbuis door
vervuiling of een zak (machine met
trildoos) is geblokkeerd.
Wanneer de fluïdisatielucht te hoog is
ingesteld, bevat de lucht te weinig
poeder.
Wanneer de fluïdisatielucht te laag is
ingesteld, zal de pomp niet met
maximaal rendement functioneren.
Controleer de slang op afknelling en
blaas door met perslucht.
Binnendiameter is 11 mm; de slang
mag niet langer zijn dan 7,62 meter (25
ft). Kort de slang in als dat nodig is. Als
een langere slang vereist is, moet de
binnendiameter 0,5 inch zijn.
Controleer de poederslang en de
elektrode-eenheid op inslagversmelting
of vervuiling. Reinig de onderdelen zo
nodig met perslucht.
Controleer het traject voor de slangen
voor transport- en verstuivingslucht en
corrigeer eventueel.
Stel KV in op een waarde anders dan
nul.
Wijzig naar een andere cijferwaarde
dan nul.
Controleer of er lucht wordt toegevoerd
naar de besturing.
Verricht de Geleidingstests voor
pistoolkabel beschreven in de pistool
handleiding.
Vervang de kabel als u een onderbre
king of kortsluiting vindt.
Voer de Weerstandstest elektrische
voeding uit zoals beschreven in de
pistoolhandleiding.
5‐3
Vervolg...
P/N 7179309_02