nl
7.2.2
Bedrijf met separate breektank
(toevoermodus)
7.2.3
Bedrijf met geïntegreerde breek-
tank (CO/T)
7.3
Inbedrijfname van de installatie
8
Uitbedrijfname/demontage
9
Onderhoud
9.1
Controles van de drukverhogings-
installatie
44
Bij Wilo-breektanks vindt de niveau-afhankelijke bewaking van het watergebrek plaats
door een vlotterschakelaar (zie voorbeeld Fig. 9a, 9b).
•
Sluit voor de inbedrijfname de vlotterschakelaar aan op het regelsysteem.
LET OP
Neem de betreffende inbouw- en bedieningsvoorschriften van het af-
zonderlijke onderdeel in acht.
Bij drukverhogingsinstallaties van de serie CO/T vindt een uitschakeling vanwege waterge-
brek plaats als het onderste schakelpunt van de signaalgever watergebrek wordt onder-
schreden (Fig. 1c, 52 niveau B). Het herinschakelen vindt plaats nadat het bovenste scha-
kelpunt van de signaalgever watergebrek (Fig. 1c, 52 niveau A) is bereikt. Het wijzigen van
deze instellingen is niet mogelijk.
WAARSCHUWING
Gevaar voor schade aan de gezondheid!
Gevaar voor schade aan de gezondheid door verontreinigd drinkwater.
• Zorg ervoor dat de leidingen en installatie worden doorgespoeld.
• Ververs het water als de installatie langere tijd stilstaat.
Indien alle voorbereidingen en controlemaatregelen overeenkomstig het hoofdstuk "Alge-
mene voorbereidingen en controlemaatregelen" zijn uitgevoerd:
1.
Schakel de hoofdschakelaar op het regelsysteem in.
2.
Stel de regeling in op automatisch bedrijf.
Door de drukregeling wordt de pomp ingeschakeld, totdat de verbruikersleidingen met wa-
ter zijn gevuld en de ingestelde druk is opgebouwd. Als de druk niet meer verandert (geen
verbruikersafname binnen een vooringestelde tijd), schakelt de regeling de pomp uit.
•
Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de inbouw- en bedieningsvoorschriften
van de pomp dan wel van het regelsysteem.
•
Zie ook: Voorbereiden en controlemaatregelen pagina [" 42]
Stel de drukverhogingsinstallatie voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden als volgt
buiten bedrijf:
1.
Spanningstoevoer uitschakelen en tegen onbevoegde herinschakeling borgen.
2.
Sluit de afsluitarmatuur voor en na de drukverhogingsinstallatie.
3.
Sluit het membraandrukvat aan de doorstromingsarmatuur en maak het leeg.
4.
Installatie eventueel compleet leegmaken.
Om optimale bedrijfsveiligheid te waarborgen bij zo laag mogelijke bedrijfskosten raden wij
aan de drukverhogingsinstallatie regelmatig te controleren en te onderhouden (zie norm
DIN 1988). Geadviseerd wordt om hiervoor een onderhoudscontract met een vakspecialist
of met de Wilo-servicedienst af te sluiten.
De volgende controles dienen regelmatig uitgevoerd te worden:
•
Controle van de bedrijfsgereedheid van de drukverhogingsinstallatie.
•
Controle van de mechanische afdichting van de pomp. Voor de smering heeft de mecha-
nische afdichting water nodig. Er kan een beetje water uit de afdichting lekken. Vervang
de mechanische afdichting als er een groot waterlek is.
•
Controle van het membraandrukvat (aanbeveling: om de 3 maanden) op de juist inge-
stelde voordruk en dichtheid (Fig. 3 en 4).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Economy CO-1..., Wilo-Economy CO/T-1... • Ed.01/2023-11