Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Economy CO-1..., Wilo-Economy CO/T-1... • Ed.01/2023-11
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade door ondeskundige hantering.
PE-reservoirs uit het Wilo-assortiment zijn uitsluitend gemaakt voor het
opnemen van zuiver water.
• Reinig en spoel de breektank vóór het vullen.
• Neem de maximale watertemperatuur van 40 °C in acht.
• Neem de documentatie van het reservoir in acht.
Stel de drukverhogingsinstallatie samen met een drukloze breektank op volgens DIN 1988
voor de indirecte aansluiting van de drukverhogingsinstallatie op het openbare drinkwater-
leidingnet (Fig. 9a). Voor de opstelling van de breektank gelden dezelfde regels als voor de
drukverhogingsinstallatie (zie Opstelplaats pagina [" 34]).
1.
De bodem van het reservoir moet met het volledige oppervlak op een stevige onder-
grond staan.
2.
Bij de dimensionering van het draagvermogen van de ondergrond dient rekening ge-
houden te worden met de maximale vulhoeveelheid van het betreffende reservoir.
3.
Voldoende ruimte voor inspectiewerkzaamheden aanhouden (minstens 600 mm boven
het reservoir en 1.000 mm aan de aansluitzijden).
4.
Voorkom dat het volle reservoir schuin wordt opgesteld, omdat een ongelijkmatige be-
lasting tot schade kan leiden.
Installeer het drukloze (d.w.z. onder atmosferische druk staande), gesloten PE-reservoir
(toebehoren) in overeenstemming met de meegeleverde transport- en montagevoorschrif-
ten:
1.
Het reservoir dient vóór de inbedrijfname mechanisch spanningsvrij te worden aange-
sloten. Aansluiting met flexibele onderdelen, zoals compensatoren of slangen tot
stand brengen.
2.
De overloop van het reservoir dient volgens de geldende voorschriften (in Duitsland
DIN 1988/T3 en 1988-300) aangesloten te worden.
3.
Voorkom de overdracht van warmte door de aansluitleidingen door middel van ge-
schikte maatregelen.
4.
Breng vóór de inbedrijfname van de drukverhogingsinstallatie de elektrische verbinding
(vlotterschakelaar voor droogloopbeveiliging) met de frequentieomvormer van de
pomp of het regelsysteem van de installatie tot stand.
LET OP
Neem de documentatie van de betreffende fabrikant van het onderdeel
in acht.
Compensatoren monteren
LET OP
Compensatoren zijn onderhevig aan slijtage. Regelmatige controles op
scheurtjes of luchtbellen, vrijliggend weefsel of andere gebreken zijn
noodzakelijk (zie aanbevelingen DIN 1988).
Sluit voor de spanningsvrije installatie van de drukverhogingsinstallatie de leidingen aan
met compensatoren (Fig. 7 - pos. 30). De compensatoren moeten uitgerust zijn met een
geluidsisolerende lengtebegrenzer om optredende reactiekrachten op te vangen.
1.
Compensatoren spanningsvrij in de leidingen monteren. Uitlijnfouten of een verkeerde
afstelling van de leidingen mogen niet door middel van compensatoren worden verhol-
pen.
2.
Schroeven gelijkmatig kruiselings aantrekken. De uiteinden van de schroeven mogen
niet uit de flens steken.
nl
39