Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatiehandleiding; Buiten Unit; Alvorens Het Apparaat Te Installeren; Algemene Aanbevelingen - Atag ENERGION M COMPACT Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatiehandleiding

Buiten unit

Waarschuwing
Het apparaat moet geïnstalleerd wor-
den door een gekwalificeerd technicus
die over de wettelijk vereiste vaardig-
heden beschikt.
Alvorens het toestel te installeren
• De Buiten unit werkt met een ecolo-
gisch koelmiddel (type HFC R-410A)
dat de integriteit van de ozonlaag niet
aantast. Koelmiddel R-410A werkt bij
drukwaarden die 50-70 % hoger liggen
dan koelmiddel R22. Zorg ervoor dat
alle materialen die gebruikt worden
voor het onderhoud en voor het vullen
van de componenten compatibel zijn
met koelmiddel R-410A.
• De flessen met koelmiddel R-410A zijn
uitgerust met een dompelbuis waar-
door de vloeistof alleen in verticale po-
sitie met de klep in de bovenste stand
kan stromen.
• Het apparaat moet met het opgege-
ven koelmiddel R-410A worden gevuld.
Breng een in de handel verkrijgbare
dispenser op de verbindingsslang aan
zodat het koelmiddel verdampt voor-
dat het in de Buiten unit stroomt.
• Het koelmiddel R-410A is net als alle
HFC-vloeistoffen alleen compatibel
met de door de fabrikant van de com-
pressor aanbevolen oliën.
• De vacuümpomp volstaat niet om het
vocht volledig uit de olie te verwijde-
ren.
• POE-oliën absorberen vocht snel. Stel
olie niet bloot aan lucht.
• Open de installatie nooit wanneer ze in
vacuüm-omstandigheden werkt.
• Voorkom dat het koelmiddel R-410A in
het milieu geloosd wordt.
• De olie in de compressor is zeer hygro-
scopisch.
• Zorg ervoor dat tijdens de installatie
van de Buiten unit alle nationale voor-
schriften inzake veiligheid worden na-
geleefd.
• Zorg ervoor dat het apparaat over een
goede aarding beschikt. Controleer
of de spanning en frequentie van de
stroomvoorziening overeenkomen met
de benodigde waarden voor de Buiten
unit, en dat het geïnstalleerde vermo-
gen volstaat voor de werking van de
Buiten unit.
• Controleer of de impedantie van het
voedingscircuit overeenkomt met het
vermogen van de Buiten unit, zoals aan-
gegeven op het typeplaatje van de een-
heid (EN 61000-3-12).
• Controleer of de veiligheidsschakelaars
correct gedimensioneerd en op de Bui-
ten unit aangesloten zijn.
• De voorzieningen die het apparaat be-
schermen tegen een stroomuitval moe-
ten de volledige scheiding van het net
14 / NL/BE
mogelijk maken, in overeenstemming
met de voorwaarden gespecificeerd
door spanningscategorie III.
OPMERKING: de kenmerken en codes van
de Buiten unit zijn vermeld op het type-
plaatje.

Algemene aanbevelingen:

- De luchtaanzuiging mag niet tegen de be-
langrijkste windrichting in gebeuren.
- De verdamper kan verstopt of vervuild
raken door bladeren.
- Zorg ervoor dat het minimale luchtdebiet
altijd aangehouden wordt.
- Aan de luchtstroomkant kan zich door de
koude lucht condensaat op de wanden
vormen.
- Tracht steeds heel korte afstanden te be-
houden tussen interne en Buiten unit.
- Tracht de meeste koelmiddelbuizen bui-
ten het gebouw te plaatsen.
- Respecteer de max. afstanden en het
hoogteverschil tussen interne en Buiten
unit.

Keuze van installatieplaats

• Vermijd montage op plaatsen waar de
Buiten unit omringd is door wanden.
• Vermijd montage in diepe locaties. Kou-
de lucht daalt en zou een kortsluiting
kunnen veroorzaken.
• Plaats de Buiten unit niet op plekken die
moeilijk toegankelijk zijn voor installatie
en onderhoud.
• Vermijd plaatsing in de buurt van warm-
tebronnen.
• Plaats de Buiten unit niet op plekken die
onderhevig zijn aan continue trilling.
• Plaats de Buiten unit niet op structuren
die geen ondersteuning garanderen.
• Vermijd plaatsing in de buurt van brand-
stoftanks.
• Vermijd plaatsing op locaties waar de een-
heid blootgesteld is aan oliedampen.
• Plaats de eenheid niet op een locatie die
gekenmerkt wordt door specifieke om-
gevingsomstandigheden.
• Kies een locatie waar het geluid en de
lucht die uit de Buiten unit stromen de
buren niet storen.
• Kies een plaats die beschut is tegen de
wind.
• Zorg voor een plaatsing die naleving van
de vereiste installatieafstanden toestaat.
• Plaats de eenheid niet op een locatie die
toegang tot deuren en/of doorgangen
belemmert.
• De structuur van de ondergrond moet
het gewicht van de Buiten unit onder-
steunen en mogelijke trillingen zoveel
mogelijk beperken.
• Als de Buiten unit wordt geïnstalleerd op
een plaats waar overvloedige sneeuwval
kan voorkomen, moet de eenheid min-
stens 200 mm boven het gebruikelijke
niveau van de sneeuwval geïnstalleerd
worden of moet een steunbeugel gebruikt
worden.
• Buiten unit moet op trillingdempende onder-
grond geïnstalleerd worden.
• Voorzie windbrekers bij installatie op
plaatsen waar zich felle windstoten kun-
nen voordoen.
Minimumafstanden voor installatie (mm)
1000
150
150
300

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

331406733140683314069

Inhoudsopgave