Rendamax
- Draai het dopje van de automatische ontluchter open.
- Vul het toestel en het systeem met water.
- Vul de sifon met water. Aan de onderzijde kan het bekerglas eenvoudig losgedraaid en gevuld
worden.
- Controleer de rookgasafvoeraansluiting en, indien aanwezig, de luchttoevoer-aansluiting.
- Open de gaskraan en ontlucht de gasleiding.
- Schakel de elektrische voeding van het toestel in.
- Controleer de ingebouwde pomp.
- Contoleer de ketel op vollast.
Start de ketel. Laat de ketel op vollast branden en stabiliseren (ca. 3 minuten). Bij vollast
moeten de volgende instellingen worden gecontroleerd. Alleen de types R30/85, R30/100 en
R30/120 mogen worden gecorrigeerd.
Richtwaarde vollast
Richtwaarde CO
typen R30/45, R30/65, R30/85 en R30/120
type R30/100
Richtwaarde CO
type R30/45, R30/65 en R30/85
type R30/100 en R30/120
Meet de gasdruk voor de gasklep. Deze dient minimaal 17 mbar voor H-gas, 20 mbar voor L-gas
en 30 mbar voor propaan op vollast te zijn. Bij meerdere ketels moet deze druk gemeten wor-
den met alle ketels in vollast.
Controleer het waterzijdig temperatuurverschil (∆t) tussen de aanvoer en retour van de ketel.
De ∆t dient bij vollast tussen 15 en 25 K te liggen.
- Controleer de ketel op minimumlast.
Regel de ketel terug naar minimumlast. Bij minimumlast moeten de volgende instellingen wor-
den gecontroleerd. Alleen de types R30/85, R30/100 en R30/120 mogen worden gecorrigeerd.
Richtwaarde minimumlast
Richtwaarde CO
typen R30/45, R30/65, R30/85 en R30/120
type R30/100
Richtwaarde CO
type R30/45
type R30/65, R30/85, R30/100 en R30/120
- Instellen CO
en R30/65 mogen niet worden ingeregeld).
Op de venturi zit een vlakke stelschroef waarmee de CO
den. Stel de ketel in op vollast en controleer de CO
Indien nodig corrigeren met de vlakke stelschroef, rechtsom is minder CO
CO
.
2
Op de gasklep zit een torcx-stelschroef waarmee de CO
26
2
2
-waarde serie R30 voor de types R30/85, R30/100 en R30/120 (de types R30/45
2
Doc655/30CV35B NL
8,8% ± 0,2 bij aardgas G20,G25
9,8% ± 0,2 bij propaan G31
9,4% ± 0,2 bij aardgas G30, G25
10,4% ± 0,2 bij propaan G31
‹ 50 ppm bij aardgas
‹ 70 ppm bij propaan
‹ 75 ppm bij aardgas
‹ 100 ppm bij propaan
8,2% ± 0,2 bij aardgas G20,G25
9,0% ± 0,2 bij propaan G31
8,8% ± 0,2 bij aardgas G30, G25
9,6% ± 0,2 bij propaan G31
‹ 5 ppm bij aardgas
‹ 5 ppm bij propaan
‹ 10 ppm bij aardgas
‹ 10 ppm bij propaan
-waarde op vollast ingesteld kan wor-
2
-waarde.
2
-waarde op minimumlast ingesteld kan
2
G20, G25
G31
G20, G25
G31
G20, G25
G31
G20, G25
G31
, linksom is meer
2