Rendamax
de gewenste aanvoertemperatuur vermeerderd met de in te stellen hysterese zal de ketel uit be-
drijf gaan. Zodra de aanvoertemperatuur weer onder de gewenste aanvoertemperatuur daalt, zal
de ketel weer in bedrijf komen.
2.4
Beveiliging
De volgende beveiligingen zijn op de ketel aangebracht:
- temperatuurbewaking
- maximaal temperatuurbewaking (STW)
- maximaal temperatuurbegrenzing (STB)
(beiden zijn instelbaar)
- vorstbeveiliging
- d.m.v. een buitenvoeler, indien de buitentemperatuur tot onder de 0°C is gedaald
- op basis van aanvoertemperatuur, indien deze zich onder 5°C bevindt en/of de tapwatertem-
peratuur zich onder de 10°C bevindt
- vlambewaking d.m.v. ionisatiestroommeting
- ventilator toerentalbewaking
- rookgastemperatuurbewaking
- stromingsbewaking d.m.v. aanvoerwater- en rookgasvoeler.
Indien een van deze beveiligingen actief wordt, zal de ketel in een vergrendelende of blokkerende
storing gaan en uitgeschakeld worden. Vergrendelende storingen kunnen slechts na het opheffen
van de oorzaak d.m.v. het indrukken van de reset toets worden gereset.
3 Veiligheid
Installatie voorschriften
Lees deze voorschriften door voordat met de installatie wordt begonnen.
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen
en voorschriften geïnstalleerd te worden.
De installatie is uitsluitend te gebruiken voor verwarmingssystemen tot een maximum watertem-
peratuur van 90°C.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze installatievoorschriften als aanvulling op de bovenbedoelde
normen en voorschriften moet worden gezien en dat bovenbedoelde normen en voorschriften
voorrang hebben op de informatie in deze technische documentatie.
Toegepaste pictogrammen
Instructie die van essentieel belang is voor het correct functioneren van de installatie.
y
Het niet nauwkeurig opvolgen van handelingen, bedieningsprocedures, etc. kan resulteren in
w
ernstige beschadiging van de installatie, persoonlijk letsel of schade voor het milieu.
Gevaar voor elektrische schokken.
v
Nuttige informatie.
x
Onderhoud
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door een erkende installateur
worden uitgevoerd conform de elektrotechnische regels.
8
Doc655/30CV35B NL