Rendamax
5.4.2
Waterdruk
5.4.2.1
Bedrijfsdruk
Bij een maximale aanvoertemperatuur van 90°C en een minimale waterstroming zoals die op-
treedt bij een ∆t van 20 K, moet de minimale bedrijfsdruk groter zijn dan 1,5 bar. De bedrijfsdruk
dient te worden gemeten terwijl de pomp uitstaat. Wordt een lagere bedrijfsdruk gewenst, dan
moet men de maximale aanvoertemperatuur aanpassen.
Minimale bedrijfsdruk
Tabel 12
5.4.2.2
Ketelexpansievat
Geadviseerd wordt een ketelexpansievat in de retourleiding tussen de pomp en ketelafsluiters te
plaatsen.
5.4.2.3
Systeemexpansievat
De grootte van het expansievat wordt bepaald door het watervolume van het systeem. Wij advise-
ren om het systeemexpansievat in het nulpunt (midden) van de drukloze verdeler te plaatsen.
5.4.2.4
Waterdrukbeveiliging
Monteer, overeenkomstig NEN3028, een overstortventiel tussen eventuele afsluiters en het toe-
stel, in de aanvoerleiding binnen 0,5 m van het toestel. Dit overstortventiel moet tenminste
zijn.
5.4.3
Watertemperatuur
De maximaal toelaatbare temperatuur van het aanvoerwater is ingesteld op 90°C. Deze werkt
blokkerend. Indien de maximaalthermostaat bij 97°C aanspreekt, valt de ketel uit en komt niet
automatisch terug in bedrijf wanneer de watertemperatuur beneden de ingestelde maximaaltem-
peratuur is gedaald.
5.4.4
Waterkwaliteit
De samenstelling en kwaliteit van het systeemwater is direct van invloed op de prestaties van het
x
totale systeem en de levensduur van de ketel. Ondeskundig toevoegen en gebruik van chemica-
liën, waterontharders, zuurstofbinders, ontluchters, beluchters en waterfi lters vergroot de kans
op storingen.
Corrosieve elementen in bepaalde toevoegingen kunnen het systeem aantasten waardoor lekka-
ges ontstaan; afzetting van ongewenste aanslag leidt doorgaans tot beschadiging van de ketel-
warmtewisselaar.
Bij de waterhardheid dient onderscheid gemaakt te worden tussen:
a Tijdelijke hardheid:
Dit wordt ook wel carbonaathardheid genoemd. Vorming van aanslag geschiedt bij hogere
temperaturen en laat zich gemakkelijk verwijderen.
b Blijvende hardheid:
Mineralen (bijvoorbeeld calciumsulfaat) uit het water die zich afzetten als functie van zeer
hoge oppervlaktetemperaturen.
De waterhardheid als waarde wordt in het algemeen uitgedrukt in "graden Duitse hardheid" (°dH)
en kent de volgende indeling:
zeer zacht
zacht
matig hard
hard en zeer hard
20
bar
›1,5
›1
Minimale bedrijfsdrukken bij nominale volumestroom Q.
ca. 0 - 3°dH
ca. 3 - 9°dH
ca. 9 - 14°dH
meer dan 14°dH
Aanvoertemperatuur
°C
90
80
Doc655/30CV35B NL
1
⁄
"
2