Camera
Instellen als achtergrond: hiermee kunt u de
foto als achtergrond voor uw telefoon instellen.
Wisbeveiliging: hiermee kunt u de foto beveiligen
tegen ongewenst wissen.
Eigenschappen: deze optie toont informatie over
de foto, zoals de naam, afmeting, datum, resolutie,
type beveiliging en formaat.
Gebruik maken van de camera-opties
Als u in de opnamestand op de functietoets Opties
drukt, kunt u voor de huidige opname gebruik
maken van de volgende mogelijkheden:
Stand: bij het nemen van een foto kunt u
verschillende standen gebruiken. Zodra u een
andere stand kiest, verschijnt de aanduiding
daarvan linksboven in het display.
Normale opname: voor een opname in de normale
stand.
Zelfopname: hierbij kunt u bij het maken van de
foto het externe display gebruiken. Als de gewenste
foto in het display te zien is, drukt u op de
cameratoets (
). De foto wordt gemaakt en in de
telefoon opgeslagen. Nadat u een opname van uzelf
heeft gemaakt, kunt u deze terugzien door op de
functietoets Opnieuw te drukken.
Multi-opname: hiermee kunt u een aantal opnamen
achterelkaar maken. Eerst selecteert u de snelheid
en het aantal opnamen. Daarna drukt u op de
functietoets Foto of op de cameratoets (
op de telefoon. Het aantal ingestelde foto's wordt
automatisch gemaakt en opgeslagen. Voor de
afmeting wordt automatisch Mobiel(128*120)
gekozen.
Nachtstand: met deze optie kunt u in het donker
een zo goed mogelijke foto maken.
Alleen foto's maken: hierbij maakt u foto's zonder
ze daarna weer te geven.
150
Kader: met deze optie kunt u een kader rond de
foto plaatsen. Met de stuurtoetsen kunt u het
gewenste kaderformaat selecteren. Als u op de
functietoets Voorbld drukt, krijgt u een voorbeeld
van de foto met het gekozen kader te zien. Het
formaat van de foto wordt automatisch ingesteld op
Mobiel(128*120). Bij zelfopnamen zijn kaders niet
mogelijk.
Effecten: met deze optie kunt u een aantal
speciale effecten op de foto loslaten. Met de
stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u een van de
volgende effecten selecteren: Grijs, Negatief,
Sepia-effect, Reliëf en Schets. Om een effect uit
te schakelen, selecteert u Uit.
Rotatie: met deze optie kunt u de foto verticaal
omklappen of gespiegeld weergeven.
Timer: voor alle standen kunt u een vertragingstijd
instellen. In de stand Zelfopname wordt de foto
gemaakt door op de functietoets Foto of de
cameratoets (
In de andere standen maakt u de foto door op de
Linker functietoets te drukken. Nadat u op de
betreffende toets heeft gedrukt, wordt de foto na
het ingestelde aantal seconden gemaakt. De timer
wordt uitgeschakeld zodra u het cameramenu
verlaat of in het Timer menu Uit selecteert.
Instellingen: met deze optie kunt u de instellingen
) rechts
voor de opname wijzigen. Instellingen die u hier
aanbrengt worden ook doorgevoerd in Menu 8.5,
Instellingen.
Fotoformaat: hier kunt u het formaat van de foto
wijzigen. U kunt kiezen uit: VGA(640*480),
QVGA(320*240), QQVGA(160*120) en
Mobiel(128*120). Het gekozen formaat wordt in
het opnamescherm getoond.
) rechts op de telefoon te drukken.
Camera
151