Wi-Fi
Leer een draadloos LAN (WLAN) activeren en er
verbinding mee maken. Wanneer u binnen bereik
van een WLAN-netwerk bent, kan het toestel de
actieve WLAN detecteren en er verbinding mee
maken, zodat u kunt bellen, gegevens via internet
verzenden of op het web surfen.
Uw toestel gebruikt een niet-geharmoniseerde
frequentie en daarom is het gebruik van WLAN
in bepaalde landen wellicht niet mogelijk.
Activeren en met een WLAN verbinding
maken
1. Open vanuit het startscherm de lijst met
toepassingen en selecteer Instellingen →
Draadloze instellingen → Wi-Fi.
Uw toestel detecteert de aanwezigheid van de
beschikbare WLAN's en geeft dit aan.
2. Selecteer Wi-Fi-instellingen.
3. Selecteer een netwerk bij Wi-Fi-netwerken.
4. Geef een wachtwoord voor het WLAN in en
selecteer Gereed.
5. Selecteer Verbinden.
6. Selecteer een internetmenu om via WLAN met
onlineservices verbinding te maken.
Het WLAN wordt op de achtergrond
geactiveerd, maar verbruikt wel
batterijvermogen. Activeer het WLAN daarom
alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te
sparen.
Een WLAN toevoegen
1. Open vanuit het startscherm de lijst met
toepassingen en selecteer Instellingen →
Draadloze instellingen → Wi-Fi-instellingen →
Wi-Fi-netwerk toevoegen.
2. Geef de SSID voor het netwerk op en selecteer
het beveiligingstype.
67