__ 9. Sluit de systeemeenheid en de console van de systeemeenheid aan. Sluit
__ 10. Zet alle apparaten aan, zoals printers en beeldschermen.
__ 11. Bekijk het scherm Function/Data op het bedieningspaneel.
__ 12. Verschijnt 01 B V=S met de indicator Normaal (OK) in het scherm
__ 13. Zet het werkstation of de PC aan die als console voor uw systeem dient.
__ 14. Zet uw systeemeenheid aan met de aan/uit-schakelaar.
__ 15. Meld u aan op de systeemeenheid. Zorg ervoor dat u over de vereiste
__ 16. Voer de volgende stappen uit om de configuratie van het CD-ROM- of
14
Apparaat voor verwisselbare media 44xx, 45xx, 46xx voor systeemeenheid 830, 840, 870, 890, 5074, 5079, 5094, 5094 of 8093,
V5R3
Gevaar!
Bij gebruik van een onjuist bedraad stopcontact kan er een gevaar-
lijke spanning komen te staan op de metalen delen van het systeem
of van de aangesloten randapparatuur. Het is de verantwoordelijkheid
van de klant om ervoor te zorgen dat de bedrading en aarding van het
stopcontact in orde zijn, zodat elk risico op een elektrische schok
wordt vermeden. (RSFTD201)
alle andere apparatuur die u eerder hebt ontkoppeld weer aan, zoals prin-
ters en beeldschermen.
Function/Data?
__
Ja: Ga verder met de volgende stap.
__
Nee: Doe het volgende:
__ a. Druk op de knop Mode Select totdat het lampje Manual (een
klein handje) gaat branden.
__ b. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat 02
verschijnt in het scherm Function/Data.
__ c. Druk op Enter op het bedieningspaneel.
__ d. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat B
verschijnt in het scherm Function/Data.
__ e. Druk op Enter op het bedieningspaneel.
__ f. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat S
verschijnt in het scherm Function/Data.
__ g. Druk op Enter op het bedieningspaneel.
__ h. Druk op de knop Mode Select totdat het lampje Normal (OK)
gaat branden.
__ i. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat 01
verschijnt in het scherm Function/Data.
__ j. Druk op Enter op het bedieningspaneel.
01 B S verschijnt met de indicator Normaal (OK) in het scherm
Function/Data. Als dit niet het geval is, herhaalt u de stappen
12a tot en met 12j.
machtigingen voor het gebruik van servicehulpprogramma's beschikt.
bandstation te controleren:
__ a. Typ op een opdrachtregel: strsst. Druk op Enter.
__ b. Typ uw servicetoolsgebruikers-ID en wachtwoord in het scherm
System Service Tools (SST) Sign On.
__ c. Als het scherm System Service Tools (SST) verschijnt, kiest u de optie
Start a service tool.
Druk op Enter.