Zoek de
Snelheids-
Bovenaanzicht
sensor (130)
en de Mag-
neet (129)
aan de lin-
kerkant van
3 mm
de Katrol
(49). Draai
de Katrol tot
de Magneet
is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het
gat tussen de Magneet en de Snelheidssensor
ongeveer 3 mm is. Draai indien nodig de #8 x 3/4"
Trusskopschroef (102), beweeg de Snelheidssen-
sor iets, en draai de Trusskopschroef weer vast.
Loop een paar minuten op de loopband om te
controleren of de snelheid juist wordt afgelezen en
bevestig de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
b. Indien het bedieningspaneel niet goed opstart, of
als het bedieningspaneel vaststaat en niet rea-
geert, reset u het bedieningspaneel naar de stan-
daard fabrieksinstellingen. BELANGRIJK: Door
dit te doen wist u alle aangepaste instellingen
die u aan het bedieningspaneel heeft gemaakt.
Voor het resetten van het bedieningspaneel zijn
twee mensen nodig. Zet eerst de loopband uit.
Draai vervolgens de Tablethouder (110) naar
achter en zoek naar de kleine resetopening (A)
naast de USB-poort op het bedieningspaneel.
Gebruik een gebogen paperclip (B) en houd
hiermee de resetknop ingedrukt in de opening en
laat een tweede persoon de loopband weer aan-
zetten. Blijf de resetknop ingedrukt houden tot het
bedieningspaneel weer aan gaat. Als het resetten
voltooid is, zal het bedieningspaneel uitgaan en
dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt, zet dan de
loopband uit en weer aan. Controleer op fi rmwa-
reupdates als het bedieningspaneel aan is (zie
stap 3 op bladzijde 25). Let op: het kan een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar
is voor gebruik.
b
B
49
130
129
102
110
A
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (2 mm
1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol met de inbussleutel een
kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
b
5–7 cm
Schroeven van de Spanrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
30
2
) snoer van