HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Voor toegang tot internet, het downloaden van
iFit-oefeningen en het gebruik van verschillende
andere functies van het bedieningspaneel, dient
u te zijn aangesloten op een draadloos netwerk.
Volg de instructies op het scherm om het bedie-
ningspaneel op uw draadloze netwerk aan te
sluiten.
2. Instellingen afstellen.
Vul het formulier op het scherm in om het bedie-
ningspaneel in te stellen op het weergeven van de
gewenste meeteenheid en uw tijdzone. Let op: Zie
HET GEDEELTE APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN op bladzijde 25 om deze instellingen
later te wijzigen.
3. Inloggen op of aanmaken van een iFit-account.
Verstrek uw e-mailadres en volg de instructies op
het scherm om u te registreren voor of in te loggen
op uw iFit-account.
4. Rondleiding op het bedieningspaneel.
De eerste keer dat u het bedieningspaneel aanzet,
leiden dialoogvensters op het scherm u door de
functies van het bedieningspaneel. Let op: Om de
rondleiding op een later tijdstip weer te zien, drukt
u op de profi eltoets rechtsonder op het scherm en
drukt u vervolgens op de toets Settings (instellin-
gen) en scrollt u vervolgens naar het deel How it
Works (hoe werkt het).
5. Controleer op fi rmware updates.
Druk eerst op de profi eltoets in de rechtsonder
op het scherm om het hoofdmenu van de instel-
lingen te selecteren. Selecteer vervolgens het
onderhoudsgedeelte. Druk vervolgens op de toets
Update om met gebruik van uw draadloze netwerk
op fi rmware updates te controleren. Zie stap 3 op
bladzijde 25 voor meer informatie.
6. Het hellingsysteem kalibreren.
Druk eerst op de profi eltoets. Selecteer vervol-
gens het hoofdmenu van de instellingen. Druk
dan op het onderhoudsgedeelte, drukt op de toets
Calibrate Incline (kalibreer helling) en vervolgens
op de toets Begin (beginnen) om het hellingsys-
teem te kalibreren. Zie stap 4 op bladzijde 25 voor
meer informatie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trai-
nen kunt beginnen. De volgende bladzijden geven
uitleg over de verschillende oefeningen en andere
functies die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige instelling, kijkt u
op deze bladzijde. Voor gebruik van een kaartoefe-
ning, zie bladzijde 22. Voor gebruik van een teken
uw eigen kaartoefening, zie bladzijde 23. Voor
gebruik van een afstand- of tijdsoefening, zie blad-
zijde 23.
Voor gebruik van het oefening-instellingenge-
deelte, zie bladzijde 24. Voor gebruik van het
apparaat-instellingengedeelte, zie bladzijde 25. Voor
gebruik van het onderhoudsgedeelte, zie bladzijde
25. Voor gebruik van de draadloze netwerkmodus,
zie bladzijde 26. Voor gebruik van het geluidssys-
teem, zie bladzijde 26. Voor het aansluiten van een
HDMI-kabel, zie bladzijde 27. Voor gebruik van de
tablethouder, zie bladzijde 27.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 31).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19. Let op: het kan eventjes duren voordat het
bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Druk op de pijl terug of de x op het
scherm om terug te keren naar het hoofdscherm,
als u zich in een oefening of het instellingenmenu
bevindt.
20