2.1.3
Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker/het bedieningspersoneel
– Op de locatie aanwezige bescherming tegen aanraken van hete, koude en bewegende
onderdelen zelf aanbrengen en de werking ervan controleren.
– De bescherming tegen aanraken niet verwijderen tijdens bedrijf.
– Beschermende uitrusting voor personeel ter beschikking stellen en gebruiken.
– Lekkages (bijv. van de asafdichting) van gevaarlijke te verpompen media (bijv. explosief,
giftig, heet) zodanig afvoeren dat er geen gevaar voor personen en het milieu ontstaat.
De hiervoor geldende wettelijke bepalingen aanhouden.
– Gevaar door elektrische spanning uitsluiten (voor bijzonderheden kunnen de specifieke
voorschriften voor het land en/of van de plaatselijke energiebedrijven worden
geraadpleegd).
2.1.4
Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud, inspectie en montage
– Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de installatie zijn alleen na toestemming van
de fabrikant toegestaan.
– Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen
gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de
daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen.
– De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en
montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende
heeft geïnformeerd.
– Werkzaamheden aan de installatie alleen tijdens stilstand uitvoeren.
– Het pomphuis moet de omgevingstemperatuur hebben aangenomen.
– Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn.
– De handelwijze voor de buitenbedrijfstelling van de installatie die beschreven staat in het
bedrijfsvoorschrift, absoluut in acht nemen. [ð Hoofdstuk 6.4, Pagina 36]
– Installaties die media verpompen die schadelijk zijn voor de gezondheid, moeten worden
ontsmet. [ð Hoofdstuk 8.1, Pagina 44]
– Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en
beschermingsvoorzieningen weer aangebracht resp. functioneel worden gemaakt. Vóór
het opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor de inbedrijfname
in acht worden genomen.
– Onbevoegden (bijv. kinderen) uit de buurt van de installatie houden.
2.1.5
Ontoelaatbare bedrijfssituaties
De grenswaarden die in de documentatie staan vermeld, in geen geval overschrijden.
De bedrijfsveiligheid van de geleverde installatie is alleen gegarandeerd bij een correct
gebruik. [ð Hoofdstuk 2.3, Pagina 10]
2.2
Algemeen
De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor opstelling, bedrijf en onderhoud,
waarvan de inachtneming een veilige omgang met de installatie garandeert, alsmede
persoonlijk letsel en materiële schade vermijdt.
De veiligheidsinstructies van alle hoofdstukken moeten in acht worden genomen.
De gebruikshandleiding moet vóór montage en inbedrijfname door het verantwoordelijke
vakpersoneel/de gebruiker worden gelezen en volledig zijn begrepen.
9 / 100