9
Storingen: Oorzaken en opheffen
Als er problemen optreden die in de volgende tabel niet staan beschreven, is overleg met de
DP-klantenservice noodzakelijk.
A
Pomp verplaatst geen vloeistof
Opvoerhoogte te klein
B
C
Opgenomen stroom/vermogen te groot
D
Opvoerhoogte te klein
E
Pomp loopt onrustig en is rumoerig
F
Opvoerinstallatie vertoont vaak storing
Tab. 23: Storingshulp
A B C D E F
Mogelijke oorzaak
-
✘ ✘
-
-
✘ Pomp werkt tegen een te hoge druk
-
✘
-
-
-
✘ Schuifafsluiter in de persleiding niet volledig
geopend
-
-
✘
-
✘ ✘ Pomp werkt in niet-toegestaan bedrijfsgebied
✘
-
-
-
-
✘ Pomp resp. leiding niet geheel ontlucht
✘ ✘
-
-
-
✘ Pompinlaat verstopt door afzettingen
-
✘
-
✘ ✘ ✘ Toevoerleidingen of waaier verstopt
-
-
✘
-
✘ ✘ Vuil/vezels in de zijruimten van de waaier
rotor loopt zwaar
-
✘ ✘ ✘ ✘ ✘ Inwendige delen versleten
-
✘
-
✘ ✘ ✘ Ontoelaatbare lucht- of gasconcentratie in het te
verpompen medium
-
-
✘
-
-
-
Te lage bedrijfsspanning
✘
-
-
-
-
-
Motor loopt niet, geen spanning aanwezig
-
✘ ✘ ✘ ✘ ✘ Verkeerde draairichting (bij 3~)
✘ ✘
-
✘
-
✘ Bedrijf op 2 fasen (bij 3~)
✘
-
-
-
-
✘ H-0-A-schakelaar in stand "0"
✘
-
-
-
-
✘ Motorwikkeling of elektrische kabel defect
WAARSCHUWING
Ondeskundig werken tijdens het verhelpen van storingen
Letselgevaar!
Ø Bij alle werkzaamheden tijdens het verhelpen van storingen de
desbetreffende voorschriften van dit bedrijfsvoorschrift resp. de
documentatie van de fabrikant van het toebehoren in acht nemen.
AANWIJZING
Voordat tijdens de garantieperiode werkzaamheden aan de inwendige delen van
de pomp worden uitgevoerd, is overleg absoluut noodzakelijk. Onze
klantenservice staat tot uw beschikking. Indien hiermee in strijd wordt
gehandeld, vervalt iedere aanspraak op schadevergoeding.
Oplossing
5)
Opvoerinstallatie voor deze
bedrijfsomstandigheden te klein ontworpen
Schuifafsluiter helemaal openen
Bedrijfsgegevens van de pomp controleren
Ontluchtingsleidingen opvoerinstallatie/pompen
controleren
Inlaat, pomponderdelen en verzamelreservoir
reinigen
Afzettingen in de pomp en/of leidingen verwijderen
Controleren of waaier soepel draait; indien nodig
het hydraulische gedeelte reinigen
Versleten onderdelen vervangen
Overleg noodzakelijk
Netspanning controleren
Kabelaansluitingen controleren
Elektrische installatie (en zekeringen) controleren
Twee fasen van de netvoedingskabel of
voedingskabel van de motor verwisselen
[ð Hoofdstuk 5.7, Pagina 29]
Spanning geleiders controleren
Eventueel defecte zekering vervangen
Kabelaansluitingen controleren
H-0-A-schakelaar in stand "Automatisch" zetten
Door nieuwe originele onderdelen van KSB
vervangen, of overleg plegen
57 / 100