Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
G
Laat de motor goed warmdraaien.
G
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
G
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
G
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU03093
Inrijden van de motor
De periode tussen de 0 en 1.000 km is de
belangrijkste periode in de levensduur van
de motor. Lees daarom de volgende infor-
matie aandachtig door.
Omdat de motor splinternieuw is, mag hij tij-
dens de eerste 1.000 km niet overmatig
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
0–150 km
Draai de gasgreep niet tot voorbij 1/3 open.
Zet de motor steeds af nadat deze een uur
heeft gedraaid en laat dan gedurende 5 tot
10 minuten afkoelen. Varieer de rijsnelheid
van de scooter zo nu en dan. Verander de
stand van de gasgreep regelmatig.
DAU00436
150–500 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan halverwege open gedraaid.
500–1.000 km
Houd geen kruissnelheid aan waarbij de
gasgreep voorbij driekwart is openge-
draaid.
LET OP:
_
Vergeet niet de versnellingsbakolie te
verversen na 1.000 km.
_
1.000 km en verder
DAUT0003*
Laat de motor niet langdurig volgas
draaien. Varieer het toerental zo nu en dan.
LET OP:
_
Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
_
5-4
DCAT0001*
5
DC000049