Inbedrijfstelling van het systeem
Opmerking:
Als de enPulsPro niet op de daarvoor bedoelde systeemwagen is
gemonteerd,
moet u zorgen dat de enPulsPro op een stabiele ondergrond staat.
Opmerking:
Zorg dat de netvoedingsschakelaar op het apparaat op "0" staat.
Netvoedingskabel
Sluit de netvoedingskabel aan op de daartoe bestemde bus (13) op het
aansluiten
apparaat en verbind de kabel met de netvoeding.
Opmerking:
het apparaat mag alleen worden aangesloten op geaarde stopcontacten.
Handstuk aansluiten Sluit het handstuk aan op een van de daarvoor bestemde bussen
Kanaal I (15) of Kanaal II (16) en leg het handstuk neer.
Opmerking:
Zorg dat er een applicatorkop in het handstuk is geplaatst en dat deze correct
en volledig erin is geschroefd.
Voetschakelaar
Sluit de voetschakelaar aan op de daarvoor bestemde bus (17) en plaats deze
aansluiten
op de grond.
Apparaat
Schakel het apparaat in met de netvoedingsschakelaar (6).
inschakelen
Apparaat
Het apparaat wordt uitgeschakeld met de netvoedingsschakelaar (6).
uitschakelen
Als u het apparaat volledig (alle polen) van de netvoeding wilt loskoppelen,
trekt u de netvoedingskabel eruit.
Let op!
Alle kabels moeten worden beschermd tegen beknelling of andere
mechanische beschadigingen.
6
Pagina 6