Bedienings Handleiding
Controles
16 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ draaiing in alle richtingen te laten maken.
Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting als het stuur draaien.
Controle van de transmissie en de remmen
17 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
18 Druk op het dienstrempedaal.
19 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op de vooruit beweging. Laat het
dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra de machine
begint te bewegen, druk op het dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
20 Breng de hendel voor de selectie van
de voortbeweging op achteruit. Laat het
dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra de machine
begint te bewegen, druk op het dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet achteruit
bewegen en dan plotseling stoppen. Met de
voortbewegingshendel op achteruit, moet het
achteruitrij geluidssignaal luiden.
21 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op neutraal.
22 Druk op de bovenkant van de schakelaar van de
parkeerrem.
Resultaat: Het rode controlelampje van de
parkeerrem moet aangaan om aan te geven dat
de rem ingeschakeld is.
23 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging eerst op vooruit en vervolgens
op achteruit.
Resultaat: De machine moet niet bewegen.
24 Druk op de onderkant van de schakelaar van de
parkeerrem. Het uitgaan van het controlelampje
geeft aan dat de parkeerrem uitgeschakeld is.
Controle van de lichten
25 Controleer de werking van alle lichten.
46
INSPECTIE VAN DE WERKPLEK
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine
naar de werkplek verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek
door te lezen en te onthouden, er vervolgens op
te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen,
opstellen en bedienen van de machine.
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
• afgereden kanten of gaten
• hobbels, hindernissen en puin op de vloer
• hellingen
• een onstabiele of gladde ondergrond
• h o o g
hoogspanningsgeleiders
• gevaarlijke locaties
• een te zachte ondergrond om alle belastingskrachten
te weerstaan die door de machine worden opgewekt
• wind- en weersomstandigheden
• niet geautoriseerde personen aanwezig
• alle andere mogelijk onveilige omstandigheden
GTH-3007 - AGRI-730
Tweede Editie - Eerste Herdruk
a a n g e b r a c h t e
o b s t a k e l s
Code
e n
57.0009.0463