4
Druk op de Menu-knop om het menu te sluiten.
Deze instelling blijft van kracht totdat u de keuzeschakelaar in een
andere modus zet of de camera uitzet. Wanneer u de instelling in de
PAS-modus hebt ingesteld, blijft deze instelling van kracht totdat u via
de functie Reset (herstellen)
opnieuw instelt.
Lange belichting instellen
Gebruik Long Time Exposure (lange belichting) in de opnamemodus
Panorama om te bepalen hoe lang de sluiter geopend blijft en om beweging te
suggereren. Beschikbare instellingen variëren tussen 0,7 en 4 seconden.
42
Hoofdstuk 2
3
Druk op
en druk vervolgens op de knop OK.
AUTO (standaard)—voor een
ISO-snelheid (100-200) gebaseerd op de
helderheid van het onderwerp. Ideaal
voor het maken van gewone foto's.
ISO 100—voor het maken van
gedetailleerde foto's bij daglicht in de
felle zon. Ideaal voor portretten of
natuuropnames.
ISO 200—voor het maken van foto's op
bewolkte dagen. Ideaal als u extra
snelheid nodig hebt en niet aan
fotokwaliteit in wilt boeten.
ISO 400—voor het maken van foto's in
de avonduren of 's nachts als u geen
flitser mag gebruiken. Ideaal wanneer u
foto's tijdens sportwedstrijden wilt
maken, of met of zonder flitser binnen
wilt fotograferen.
(pagina
47) de standaardinstellingen
om een optie te markeren