3 - MONTAGE VAN DE UNIT
Condensaatafvoerleiding (Fig. 10): Gebruik als
condensaatafvoerleiding een flexibele slang (ø 16 mm
inwendig). De condensaatafvoer moet worden gelegd
met een afschot van tenminste 20 mm/m over het
horizontale leidingdeel. Ook moet een sifon van
minstens 50 mm worden aangebracht om te voorkomen
dat rioollucht in de ruimte komt.
WAARSCHUWING: Controleer de slangenklem na
het aansluiten van de condensafvoerslang en zorg
ervoor dat er geen waterlekkage aanwezig is.
Indien meer units op één afvoer zijn geplaatst, moet
een inrichting worden aangebracht (Fig. 11). Controleer,
voordat de unit in bedrijf wordt gesteld, of het water in
de interne condensaatafvoerbak stroomt, door er wat
water in te gieten. Als u een probleem constateert, moet
de gradiënt van de afvoerpijp worden gecontroleerd en
gezocht worden naar mogelijke obstructies. In alle
gevallen moeten de verbindingskanalen bij de uitlaat
van de unit worden geïsoleerd, om te voorkomen dat
zich condensaat vormt op de wanden.
OPMERKING: De drukverliezen in het kanaal moeten
in overeenstemming zijn met de capaciteit van de
units. De binnenwanden van de kanalen moeten zo
glad mogelijk zijn. Vermijd scherpe bochten.
Controleer op lekkage en aanwezigheid van vuil en
afval in de kanalen. Dit kan namelijk schade
veroorzaken aan de ventilator en de klep van het
uitblaasornament.
Na voltooiing van de montage - d.w.z. als de unit aan
het plafond is bevestigd, de luchtkanalen voltooid zijn,
de waterspruitstukken op hun plaats zitten met
stopkleppen op de aansluiteinden, en de elektrische
installatie is aangelegd - sluit dan de waterbuis (1/2"
gasdraad voor type 2 tot 5 ; 3/4" gasdraad voor type 6
en 7).
WAARSCHUWING: Let op dat de beschermdoppen
van de batterij zijn verwijderd voordat de
waterleidingen worden aangesloten (zie fig. 19).
OPMERKING: Elke ventilatorconvector moet d.m.v.
flexibele waterleidingen aangesloten worden om
schade ten gevolge van trillingen te voorkomen.
Breng een pakking (niet door Carrier geleverd) aan
tussen de wartelaansluiting en de afsluiter.
Nadat alle units zijn geïnstalleerd, open de afsluiters op
de aftakkingen van de waterleidingen, ontlucht het
watersysteem en zet deze weer onder druk. Ontlucht
de batterijen door de ontluchtingsschroeven iets los te
draaien. Daarna kan de unit in bedrijf worden gesteld.
OPMERKING: Schakel de stroomvoorziening pas in
nadat alle aansluitingen gemaakt en geaard zijn.
16
3.3 - Demontage
Interrompere la linea di alimentazione dell'unità
agendo sul sezionatore previsto a tal scopo su di
essa durante l'installazione (il sezionatore non è di
fornitura Carrier).
■ Schakel de hoofdstroom af d.m.v. de op het werk
gemonteerde werkschakelaar (levering derden).
■ Neem de voedingskabels en de verbindingskabels
los.
■ Sluit de afsluiters op de waterslangen neem de
flexibele waterslangen los door de gasaansluitingen
los te draaien.
WAARSCHUWING: Omdat de flexibele waterslangen
niet zijn voorzien van afsluiters, moet een reservoir
worden geplaatst om de batterij af te tappen.
■ Neem de toevoerluchtkanalen los.Neem de flexibele
condensaatafvoerleiding los. Ledig de sifon in een
geschikt reservoir.
■ Ondersteun de unit en draai de vier moeren op de
draadstangen los.
■ Laat de unit voorzichtig zakken.
3.4 - Veiligheidsvoorschriften
met betrekking tot de definitieve
stopzetting
Scheid de units van hun voeding, laat ze afkoelen en
maak ze dan volledig leeg.
UITBOUW: zie §3.3.
Neem de plaatselijke milieuwet- en regelgeving in acht.
Afval aanwezig van elektrische en elektronische
apparaten (AEEA): de units moeten aan het einde van
hun leven door professionals worden ontmanteld en
ontdaan van hun vloeistoffen, om daarna behandeld te
worden via de erkende kanalen voor de verwerking van
afval van elektrische en elektronische apparaten
(AEEA).
Ga na of geen enkel onderdeel van het apparaat
geschikt is voor hergebruik in een andere toepassing.
Sorteer de componenten op grondstofsoort met het oog
op de recycling of sloop volgens de geldende wetgeving.
Te bewaren materialen voor recycling - Staal - Koper
- Messing - Aluminium - Kunststof - Isolatiemateriaal.
De verhoudingen van de materialen in elke unit worden
aangegeven in het Milieuprofielblad van het product
(PEP) dat beschikbaar is op de website: http://www.
pep-ecopassport.org/fr/consulter-les-pep/ of op
aanvraag bij onze hulpdiensten.
Eventueel verontreinigde vloeistoffen moeten door
professionelen worden afgevoerd.