Methode Van Temperatuurregeling; Temperatuurregeling Volgens De Ba192 Methode; Temperatuurregeling Volgens De Proba Methode - VDH Products PROBA 110 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor PROBA 110:
- Handleiding (74 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningshandleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
VDH Products BV
1.3
Methode van temperatuurregeling
Op de PROBA110 kunnen maximaal negen temperatuursensoren worden aangesloten.
De PROBA110 kan op twee manieren de temperatuur in de rijpkamer regelen. De eerste
methode is op basis van de gemiddelde produkttemperatuur in de rijpkamer. Deze methode
wordt de 'BA192' mode genoemd. Bij tweede methode wordt de luchttemperatuur per zone
geregeld. De methode wordt de 'PROBA' mode genoemd.
1.3.1
1.3.2
Doc. 930968 - PROBA 110 versie 2
Temperatuurregeling volgens de BA192 methode
Deze methode van temperatuurregeling komt in grote lijnen overeen met de manier
waarop de voorganger van de PROBA, de BA192, de temperatuur regelt.
Er wordt gebruik gemaakt van maximaal zeven, maar meestal drie, produktvoelers
die in de dozen met bananen worden gestoken (produkttemperatuur). Het zijn
produktvoelers van het type SM8500 die via krulsnoeren op de aansluitdoosjes
worden bevestigd.
De temperatuur waarop geregeld wordt is het gemiddelde van de aanwezige en
aktieve produktvoelers. De koeling en verwarming wordt voor de gehele rijpkamer
tegelijkertijd in- of uitgeschakeld.
De produktvoelers worden ook gebruikt voor het signaleren van waarschuwingen en
alarmen.
Als optie kunnen twee alarmsensoren, type SM8000/2m, worden aangesloten
worden. Deze sensoren bewaken de minimum en maximum temperatuur van de
luchtstroom die uit de verdamper komt. Afhankelijk van de ingestelde grenswaarden
wordt bij overschrijding de verdamper (tijdelijk) uitgeschakeld.
In Appendix A (zie pag. 89) wordt een schematisch overzicht gegeven van de BA192
methode.
Temperatuurregeling volgens de PROBA methode
Bij de PROBA regeling wordt de rijpkamer in maximaal drie zones verdeeld. De
luchttemperatuur in elke zone wordt apart geregeld. De koeling en verwarming
worden dus per zone aangestuurd.
Voor iedere zone is één regelsensor beschikbaar, die in de luchtstroom wordt
geplaatst die uit het produkt komt (of de verdamper binnengaat). Er wordt gebruik
gemaakt van luchtvoelers type SM8300.
De regelvoelers worden ook gebruikt voor het signaleren van waarschuwingen en
alarmen.
Daarnaast zijn er, als optie, per zone maximaal twee extra sensoren beschikbaar
voor waarschuwingen en alarmen (temperatuur te hoog en temperatuur te laag).
Deze voelers worden in de luchtstroom geplaatst die het produkt ingaat.
In Appendix B (zie pag. 90) wordt een schematisch overzicht gegeven van de
PROBA methode.
Blad:
8 van 99
Advertenties
Inhoudsopgave
