VDH Products BV
Doc. 930968 - PROBA 110 versie 2
3.2.1.1
Sensoren in/uitschakelen
In de linker kolom op het beeldscherm wordt vermeld of de aanwezige
sensoren momenteel actief of niet-actief zijn. Actieve sensoren worden
gebruikt voor de regelingen en alarmen; niet-actieve sensoren meten wel,
maar worden niet gebruikt.
De cursor (de groene rechthoek) kan met de OMHOOG en OMLAAG
pijltoetsen naar het veld van een bepaalde sensor worden verplaatst.
3.2.1.2
Regeleigenschappen instellen
In de zes velden rechtsboven op het beeldscherm wordt aangegeven hoe
de regelingen van de PROBA110 momenteel functioneren.
Bij de vier regelingen (Koelen, Verwarmen, Bevochtigen en Begassen) is
het setpoint het punt waar het betreffende relais uitschakelt. Als de
gemeten waarde meer dan de differentie afwijkt van het setpoint, schakelt
het relais in. Hierbij is er bij Koelen en Verwarmen van uit gegaan dat er
geen verschuiving (offset) ingesteld is.
Als er wel een offset is, verschuift het effectieve setpoint (de waarde
waarop geregeld wordt) met de offsetwaarde ten opzichte van het
ingestelde setpoint.
In de fabriek worden standaard de volgende waarden ingesteld:
Instelling
Koel Differentie
Koel Offset
Verwarm Differentie
Verwarm Offset
Bevochtiging Differentie
Begassing Differentie
Beluchting Cyclus
Het resultaat hiervan is dat de koeling en de verwarming als volgt regelen:
Door op de functietoets F2 te drukken, schakelt de
toestand van de geselecteerde sensor om tussen actief
en niet-actief.
Blad:
63 van 99
Waarde
0.2° C
-0.1° C
0.2° C
-0.6° C
3 %
250 ppm
12 uur