Opnemen
Het opnameniveau
aanpassen
Hier ziet u hoe het volume van de opname op de track
wordt aangepast.
1
Verlaag de [MASTER] schuifregelaar.
2
Draai de [REC LEVEL] knop naar het midden, en
verhoog langzaam de [MASTER] schuifregelaar.
3
Gebruik de [REC LEVEL] knop om het
opnameniveau aan te passen.
Pas het niveau zo aan, dat de INPUT niveaumeter bin-
nen de reeks van –12 (tussen –24 en –6) –0 dB beweegt.
I
Probeer op het hardst mogelijke volume op te
nemen, juist voordat het geluid begint te
vervormen. Als u het monitorvolume wilt laten
afnemen, verlaagt u de [MASTER] schuifregelaar.
4
Gebruik de [MASTER] schuifregelaar om het volume
in te stellen zodat het geschikt is voor beluistering.
* Als u een aansluitkabel die een ingebouwde weerstand bevat
gebruikt, kan het volume op het aangesloten apparaat
onvoldoende zijn. In dit geval gebruikt u een aansluitkabel
zonder ingebouwde weerstand (zoals een kabel uit de Roland
PCS serie).
De track(s) die u wilt
opnemen selecteren
1
Druk op één van de track 1-7/8 [REC] knoppen om de
track(s) waarop opgenomen zal worden te selecteren.
De indicators op de knoppen tonen de trackstatus als
volgt:
38
Indicator
Uitleg
Track die niet opgenomen zal wor-
Niet verlicht
den.
Verlicht
Tracks die opgenomen zal worden.
Track die door middel van Loop-
Knipperend
Recording opgenomen zal worden
(p.41).
fig.Rec01.eps
De track(s) die geselecteerd kunnen worden zijn afhan-
kelijk van de MODE die u bij INPUT heeft geselec-
teerd.
MODE
Uitleg
Mono opname die één track
gebruikt.
U kunt één van de tracks 1-4 kie-
MONO REC
zen.
U kunt ook in stereo opnemen
door op de track 5/6 [REC] of
track 7/8 [REC] knop te drukken.
Stereo opname met gebruik van
twee tracks.
Druk op de track 1 [REC] of track
2 [REC] knop om het trackpaar 1
STEREO REC
en 2 te selecteren of druk op de
track 3 [REC] of track 4 [REC]
knop om het trackpaar 3 en 4 te
selecteren.
Gelijktijdige opname met gebruik
van twee tracks.
Druk op de track 1 [REC] of track
2 [REC] knop om het trackpaar 1
SIMUL REC
en 2 te selecteren of druk op de
track 3 [REC] of track 4 [REC]
knop om het trackpaar 3 en 4 te
selecteren.
Gelijktijdige opname met gebruik
van vier tracks.
Druk op één van de track 1-4
[REC] knoppen om de vier tracks
4TRACK REC
1-4 te selecteren of druk op de
track 5/6 [REC] of track 7/8 [REC]
knop om de vier tracks 5-8 te selec-
teren.