Electric Power Generation
5.2 CONTROLE LUCHTOPENING
5.2.1 Algemene punten
De meting van de luchtopening is niet altijd mogelijk
vanwege een beperkte toegankelijkheid. Wanneer de
luchtopening bereikbaar is, kan de meting afwijkingen
vertonen als gevolg van de verf- en harscoating op de
gecontroleerde oppervlakken.
Meet de luchtopening op verschillende punten (minimaal
vier verschillende punten in een hoek van 90°).
Bereken een gemiddelde waarde (de som van de metingen
gedeeld door het aantal metingen).
Vergelijk de gemiddelde waarde met elke gemeten waarde.
Nauwkeurigheid luchtopening hoofdveld:
Aanvaardbare excentriciteit (mm)
10% excentriciteit voor een
luchtopening groter dan 18 mm
15% excentriciteit voor een
luchtopening van 4 tot 12 mm
20% excentriciteit voor een
luchtopening minder dan 3 mm
Bijv.: voor een nominale luchtopening van 3 mm is een
gemeten waarde voor de luchtopening van 2,4 mm
acceptabel.
Bijv.: voor een nominale luchtopening van 10 mm is een
gemeten waarde voor de luchtopening van 8,5 mm
acceptabel.
Nauwkeurigheid luchtopening bekrachtiger:
50% van de nominale waarde (bijv.: voor een nominale
luchtopening van 3 mm is een aflezingswaarde van 1,5 mm
acceptabel).
Nauwkeurigheid luchtopening generator met permanente
magneet (optie):
50% van de nominale waarde (bijv.: voor een nominale
luchtopening van 1 mm is een aflezingswaarde van 0,5 mm
acceptabel).
5.2.2 Machine met dubbele lagers
Verificatie van de luchtopening is niet nodig. De rotor wordt
door de constructie mechanisch gecentreerd. Zelfs na
demontage en hermontage van de machine keert de rotor
terug naar de juiste positie zonder verificatie van de
luchtopening.
De luchtopening van de bekrachtiger van generatoren van
type A60 en A62 kan op locatie met 2 vijzelschroeven
worden aangepast.
__________________________________________________________________________________________________
Installatie en onderhoud
LSA 52.3 / LSA 53.2 / LSA 54.2
Alternatoren Industriële Toepassingen
Luchtopening (mm)
5.3 ANTIFRICTIELAGERS
5.3.1 Algemene punten
N.B.:
Uit enkele internationale onderzoeken blijkt dat meer
dan 80% van de antifrictielagers die wereldwijd voor
willekeurige taken worden geïnstalleerd voortijdig
beschadigd raken als gevolg van problemen met de
smering.
Om uw machine in goede staat te houden, is het
raadzaam om de aanbevelingen in deze handleiding
nauwkeurig op te volgen.
Lagers moeten regelmatig worden gesmeerd met hetzelfde
type vet als in de fabriek wordt gebruikt. Zie voor informatie
over de hoeveelheid smeermiddel en het smeringsinterval
deel 1: 'Kenmerken en prestaties'.
WAARSCHUWING:
SMERING MOET WORDEN UITGEVOERD ZOALS
BESCHREVEN IN DEEL 1 OF TEN MINSTE EENS IN DE
6 MAANDEN (DE KORTSTE PERIODE VAN DE TWEE).
N.B.:
Na een nieuwe smering kan de temperatuur van lagers
van 10 naar 20 °C gaan.
Deze tijdelijke temperatuurstijging kan enkele
tientallen uren duren.
N.B.:
In geval van een alternator die 'stand-by' moet staan of
een alternator met korte bedrijfscycli verdient het
aanbeveling om na elke nieuwe smering de machine
ten minste 3 uur te laten draaien.
N.B.:
Voor een hersmeringsperiode korter dan 2000 uur
bevelen we aan een continu smeersysteem te
installeren om de bezoeken van
onderhoudsmedewerkers te beperken.
Dit type systemen moeten tijdens een machinestop
worden uitgeschakeld
Het vet in deze systemen mag niet voor langer dan 1
jaar worden opgeslagen.
5.3.2 Oud vet uit lagers verwijderen
Deze opmerking is van toepassing wanneer een ander
type vet wordt gekozen.
Demonteer de machine om het lager te bereiken.
Verwijder het oude vet met een paletmes.
Reinig het smeersysteem en de vetverwijderingsbuis.
Gebruik voor een grotere reinigingsefficiëntie een borstel
met oplosmiddel.
5382 nl - 2023.02 / i
22