Installatiehandleiding
Buiten unit
Installatieprocedure
WAARSCHUWING!
Bepaal waar de eenheden geplaatst
moeten worden, rekening houdend
met de hierboven weergegeven mini-
male installatieafstanden in mm.
Opmerking: de bovenstaande afstan-
den zijn het minimum voor een goede
werking van de eenheid. Om abnor-
male geluiden, echo's en resonantie te
vermijden, dient u deze afstanden nog
te vermeerderen, vooral aan de voor-
kant van de eenheden. Obstakels zowel
vooraan als opzij mogen niet hoger zijn
dan de buiteneenheid.
Let op!
Controleer vóór de installatie de
stevigheid en vlakheid van de on-
dergrond. Bevestig de onderkant
van de Buiten unit stevig aan de on-
dergrond met behulp van geschikte
ankerbouten (M10 x 2 paar), zoals
weergegeven in de afbeeldingen.
Als de Buiten unit mogelijk aan sterke
luchtstromen wordt blootgesteld, dient
u de ventilator te beschermen met een
scherm en de correcte plaatsing en wer-
king ervan te controleren.
16 / NL/BE
1. procedure voor het openen van
de laterale doorgangen
Om de doorgang van de kabels mogelijk
te maken, verwijdert u met behulp van
een schroevendraaier de voorgeboorde
stukken (A) van het frame van de Buiten
unit. Voor een doeltreffende verwijdering
van het materiaal moet het voorpaneel
van de eenheid geïnstalleerd blijven.
Alvorens de kabels door te voeren plaatst
u de zwarte kabelklemmen (B) die in het
documentenpakket zijn meegeleverd.
A
B
2. Verwijdering van het voorpaneel
Verwijder de schroeven waarmee het
voorpaneel bevestigd is en trek het naar
voren en naar beneden.
Vervoer
• Neem de nodige voorzorgsmaatre-
gelen voor het vervoer, de opstelling,
de voorbereiding of bij de handling
van zware materialen die de warmte-
pomp kunnen beschadigen.
• De warmtepomp wordt voor het
vervoer in de fabriek op een pallet
geplaatst en met een kartonnen af-
dekking beschermd tegen schade.
Verwijder de verpakking pas wan-
neer de warmtepomp op haar defini-
tieve locatie is aangekomen.
• Gebruik de transportriemen om de
eenheden te verplaatsen.