2. Markeer de positie van de vier bevestigingsschroeven (8) en het
kabelgat.
3. Zorg dat zich geen kabels of apparaten achter het
montageoppervlak bevinden die beschadigd kunnen raken.
Gebruik een gatzaag om het materiaal uit het kabelgat te
verwijderen.
4. Gebruik de vijl om eventuele bramen rond het kabelgat te
verwijderen.
5. Boor een geleidegat van 9/16" (3 mm) op elke gemarkeerde
schroefpositie.
6. Plaats de O-ring (10) zorgvuldig in de groef aan de onderkant
van de grondplaat.
7. Voer de voedingskabel en, indien van toepassing, de sonar- en
ng-
SeaTalk
kabels door het middengat van de grondplaat.
8. Zet de grondplaat vast met de meegeleverde schroeven. Let er
op dat de grondplaat op de goede positie blijft.
Opmerking:Voor montage van glasvezel dient u alle geleidegaten
te verzinken om schade aan de gelcoat te voorkomen bij het
indraaien van de schroeven.
Hoofdstuk 4: Plaatsbepaling en montage
Beugel opnieuw in elkaar zetten.
De montagebeugel kan nu op de grondplaat in elkaar gezet worden.
In elkaar zetten van de beugel:
1. Voer de voedingskabel en, indien van toepassing, de sonar- en
ng-
SeaTalk
kabels door het middengat van de montagebeugel en
de borgring.
2. Zet de montagebeugel op zijn plaats op de grondplaat. Gebruik
centreernokken om te zorgen dat deze in de goede hoek staat.
Het borgmechanisme dient bij de montage aan de rechterkant te
zitten.
3. Bevestig de borgring en draai met de klok mee om deze op zijn
plaats vast te zetten.
4. Bevestig de schroeven om de borgring op zijn plaats vast te
zetten.
D11351-1
35