Profielmetingen
Deze functie wordt gebruikt om profielen in te meten. Na het meten van
een referentiepunt met een bekende hoogte (bijv. Verklikpunt of vloer)
wordt de hoogte en horizontale afstand naar het instrument weergegeven
voor elk volgende punt.
Het gebruik van een statief wordt sterk aangeraden!
Druk vijf maal op de
toets. Het volgende pictogram verschijnt op
het display:
.
Nu de bekende hoogte van het referentiepunt invoeren via
(bijv. -4,000 m in een constructiesysteem) en bevestigen met
volgende pictogram verschijnt nu in het display:
Richt vervolgens het instrument op het hoogtereferentiepunt en druk op
de
toets - de helling en afstand worden gemeten. Het instrument is
nu gereed om profielpunten te meten
Meet de profielpunten door indrukken van de
afstand vanaf het instrument naar het gemeten punt
het punt
worden getoond.
Druk op
om de functie aft e sluiten.
Als het statief of het instrument worden verplaatst, dan moet de
functie altijd opnieuw worden opgestart en het hoogtereferentiepunt
opnieuw worden ingemeten, alvorens de functie wordt vervolgd!
Opslaan van constanten/historisch geheugen
Opslaan van constanten
Veelgebruikte waardes kunnen worden opgeslagen en teruggeroepen, bijv.
de hoogte van een kamer. Meet de gewenste afstand, toets
houden totdat het toestel piept om de opslag te bevestigen.
Leica DISTO™ D8 LCA782205a nl
en
. Het
.
.
toets. De horizontale
en de hoogte van
ingedrukt
15
Oproepen van constanten
Deze toets een keer indrukken om de constante op te roepen en
druk op toets
om deze beschikbaar te maken voor verdere bereke-
ning.
Historisch geheugen
Deze toets tweemaal indrukken en de vorige 30 resultaten
(metingen of berekende resultaten) worden in omgekeerde volgorde
getoond.
De
en
-toetsen kunnen worden gebruikt om door te lijst te
bladeren.
Deze toets indrukken om een waarde in de resultaatregel te
gebruiken voor verdere berekeningen.
Tegelijkertijd indrukken van de
het historische geheugen.
Zelfontspanner (timer)
Deze toets indrukken om een vertraging van 5 seconden in te stellen.
of
Deze toets ingedrukt houden tot de gewenste vertraging is bereikt
(max. 60 seconden).
Als de toets wordt losgelaten bij ingeschakelde laser, dan worden de reste-
rende seconden tot de meting afgeteld in het display (bijv. 59, 58, 57...). De
laatste 5 seconden worden afgeteld met een signaal. Na de laatste signaal
wordt de meting uitgevoerd en op het display weergegeven.
De zelfontspanner kan voor alle metingen worden gebruikt.
en
-toetsen wist alle waardes in
Functies
D
GB
F
I
E
P
NL
CN