D
Indirecte meting met hellingmeter
GB
Hellingmeting
Tijdens hellingmetingen moet het instrument zonder een dwars-
F
helling worden vastgehouden (max. 10°).
I
Als het apparaat een dwarshelling heeft van meer dan ± 10°, dan
zal het display een infocode i 156 tonen, die betekent, dat het
E
apparaat te schuin wordt gehouden.
P
De eenheden voor hellingen worden ingesteld via het menu.
NL
Deze toets eenmaal indrukken om de hellingmeter te activeren.
Het
-pictogram verschijnt in het display. De helling wordt continu
CN
aangegeven als ° of % afhankelijk van de instelling.
Indrukken om de helling en de afstand te meten. Zie figuur {L}.
Directe horizontale afstand
Druk tweemaal op deze toets en het volgende pictogram verschijnt
in het display
.
Deze toets indrukken om de helling en de afstand te meten. De resul-
taatregel toont het eindresultaat als de directe horizontale afstand.
Houdt de
-toets ingedrukt om extra informatie over de meting weer
te geven, bijvoorbeeld de hellinghoek
indirecte hoogte
.
Zie illustratie {M}.
Dubbele hellingmeting met een gemeten afstand
Deze procedure is vooral handig als er een richtpunt, dat moet worden
gemeten, niet reflecterend is. Er kan eenvoudig op het tweede richtpunt
worden gericht met de digitale zoeker. Bij deze meting wordt alleen de
helling bepaald en niet de afstand en daarom is er geen specifiek richtpunt
nodig voor de laser. Zie illustratie {S}.
Functies
, de gemeten afstand
en de
14
Druk drie maal op de
toets. Het volgende pictogram
in het display.
Druk op de
toets - helling en afstand worden gemeten. Als de helling
veranderd, zal het toestel de waarde voor de resulterende hoogte
aanpassen en weergeven in de tussenresultaatregel.
Druk op de
toets -
alleen de helling wordt gemeten en de
waarde van de resulterende indirecte hoogte wordt bevroren in de tussen-
resultaatregel
.
Houdt de
toets ingedrukt om extra informatie over de meting weer
te geven, zoals de horizontale afstand
gemeten punt
, of de hoogte naar datzelfde Punt
verschillende pictogrammen).
Dubbele hellingmeting met twee gemeten afstanden
Deze procedure is met name geschikt als de twee gemeten punten niet in
hetzelfde verticale vlak liggen. De twee richtpunten worden elk gemeten
met behulp van een afstand- en een hellingmeting. Zie illustratie {S}.
Druk vier maal op de
toets. Het volgende pictogram
in het display.
Druk op de
toets -
helling en afstand worden gemeten.
Druk op de
toets -
helling en afstand worden gemeten. De
tussenresultaatregel toont de resulterende afstand tussen de twee
gemeten punten
.
Houdt de
toets ingedrukt om extra informatie over de meting op te
vragen, zoals de horizontale afstand
gemeten punten
, of de ingesloten hoek
Meet eerst naar het bovenste richtpunt. Dit punt moet achter het
onderste richtpunt liggen. Als dat niet het geval is, dan zal in het display een
foutmelding verschijnen.
verschijnt
, de afstand naar het tweede
(let op de
verschijnt
, het hoogteverschil tussen de
.
Leica DISTO™ D8 LCA782205a nl