Configuratie
7.3
Configuratie van de parameters zonder LCD-scherm
De parameters "Lower Range Value" (meetbegin) en "Process Variable" (meetschaal) kunnen
direct op de meetomvormer via toetsen worden ingesteld. De meetomvormer is door de
fabrikant ingesteld aan de hand van de bestelinformatie. De ingestelde waarden voor "Lower
Range Value" (meetbegin) en "Upper Range Value" (meeteinde) staan op het typeplaatje
vermeld.
In principe geldt:
De 1ste drukwaarde (bijv. 0 mbar) is altijd het 4 mA-signaal en de 2de drukwaarde
(bijv. 400 mbar) altijd aan het 20 mA-signaal toegekend.
Voor het opnieuw instellen van de meetomvormer worden "Lower Range Value" (meetbegin) en
"Upper Range Value" (meeteinde) als druk aan het meetinstrument doorgegeven. Daarbij
mogen de meetgrenzen niet worden overschreden.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Als drukgevers kunnen reduceerstations met instelbare druk en vergelijkend scherm benut
worden.
Men moet er bij het aansluiten op letten dat restvloeistoffen (bij gasvormige teststoffen) of
luchtbelletjes (bij vloeibare teststoffen) niet in de aansluitleidingen komen, omdat deze fouten bij
het controleren kunnen opleveren.
De mogelijke meetafwijking van de drukgever moet minimaal 3 maal kleiner zijn dan de
gewenste meetafwijking van de meetomvormer.
Het wordt aanbevolen, de demping met de druktoetsen en het LCD-scherm of met de grafische
bedieningsinterface (DTM) op de waarde "Nul" te zetten. Daarbij moet de ingestelde
tijdconstante bekend zijn.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Bij de meetomvormer 265A voor absolute druk met meetbereiken ≤ 400 mbar abs moet men
erop letten dat de meetunit tijdens transport en opslag langdurig door atmosferische druk
wordt belast. Daarom is na inbedrijfstelling een inloopperiode van ca. 3 uur noodzakelijk,
totdat de sensor zich zover heeft gestabiliseerd dat de gespecificeerde precisie gewaarborgd
is.
50
265Gx, 265Ax
IM/265Gx/Ax-NL-08