4.5
Vochtigheid
Gebruik een passende kabel en de kabelwartel goed vastdraaien. De meetomvormer wordt
extra
schroefverbinding omlaag wordt gevoerd. Regen- en condenswater kunnen er dan zo
afdruipen. Dit geldt vooral voor montage buiten, in ruimtes met veel vocht (bijv. door
reinigingsprocessen) of bij gekoelde c.q. verwarmde ketels.
Afb. 6: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
4.6
Meetleiding
Voor een deskundige plaatsing moeten de volgende punten in acht worden genomen:
•
Meetleiding zo kort mogelijk en zonder scherpe hoeken plaatsen.
•
Meetleiding zo plaatsen dat daarin geen afzettingen mogelijk zijn; gradiënten niet minder dan
ca. 8%.
•
Meetleiding voor aansluiting met perslucht of nog liever met de meetstof uitblazen c.q.
uitspoelen.
•
Meetleiding bij een vluchtige meetstof volledig ontluchten.
•
Meetleiding zo plaatsen dat gasbelletjes bij een vloeistofmeting of condensaat bij een
gasmeting niet terug kunnen stromen in de procesleiding.
•
Bij een dampmeting de meetleiding zo plaatsen dat geen hete damp in de procesaansluiting
kan komen (waterafsluiting bijv. een waterzakbuis, die voor montage met water wordt
gevuld).
•
Let erop dat de aansluiting goed is afgedicht.
IM/265Gx/Ax-NL-08
tegen
indringen
van
vocht
beschermd
265Gx, 265Ax
wanneer
de
aansluitkabel
Montage
voor
de
M00125
27