Montage
4.3
Drukmeetomvormer
De drukmeetomvormer kan direct op het afsluitarmatuur worden gemonteerd. Eventueel is een
bevestigingshoek voor wand- of buismontage (2"-buis) als accessoire verkrijgbaar.
De
nulpuntverschuivingen worden vermeden.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Bij een scheef ingebouwde drukmeetomvormer zou, afhankelijk van het meetbereik het
gemeten medium met bijbehorende hydrostatische druk op het meetmembraan werken, en zo
een nulpuntverschuiving teweeg brengen! Dan is een nulpuntcorrectie vereist.
In principe werkt de drukmeetomvormer in elke inbouwstand. Deze wordt volgens dezelfde
richtlijnen als een manometer gemonteerd.
Zie het hoofdstuk "Technische gegevens" voor montagemogelijkheden met bevestigingsbeugel.
4.4
Afdichten en inschroeven
Aansluittap G ½ B:
Voor afdichting is een vlakke afdichting conform DIN EN 837-1 noodzakelijk.
NPT-schroefdraadaansluiting:
De schroefdraad met PTFE of ander toegestaan, bestendig afdichtmateriaal afdichten.
Procesaansluiting met membraan aan voorzijde:
Voor de montage moet eerst een lasmof/inschroefgat met inachtneming van de geldende
lasnorm op het proces worden gelast (zie hoofdstuk "Technische gegevens" voor de afmetingen
van procesaansluiting en lasmof).
Procesaansluiting voor kogelkraan:
Voor de montage is een passende kogelkraanaansluiting of een passende lasmanchet
noodzakelijk. De afdichting gaat hier via een kegel aan het uiterste eind van de
procesaansluiting (metaal/metaal). Zie hoofdstuk "Technische gegevens" voor lasmanchet.
26
drukmeetomvormer
moet
bij
voorkeur
verticaal
265Gx, 265Ax
worden
gemonteerd,
IM/265Gx/Ax-NL-08
zodat