Aarding
Voor de aarding (PE) van de meetomvormer is op de buitenkant van de behuizing en bovendien
in de stekker een aansluiting beschikbaar. Beide aansluitingen zijn galvanisch met elkaar
verbonden.
5.5
Aansluiting aardleiding /aarding
De meetomvormer werkt binnen de gespecificeerde nauwkeurigheid bij common-mode
spanningen tussen signaalleidingen en behuizing tot 250 V.
In principe moet de meetomvormer worden gevoed door een van het net gescheiden
spanningsbron met een uitgangsspanning van max. 60 V DC. Om te zorgen dat de
veiligheidsdoeleinden van de laagspanningsrichtlijn en de betreffende EN 61010-voorschriften
voor de installatie van elektrische bedrijfsmiddelen behaald worden, moet de behuizing in een
veilige schakeling opgenomen worden (bijv. aarding, aardleiding), wanneer spanningen
> 60 V DC kunnen optreden.
5.6
Geïntegreerde bliksemafleiding (optioneel)
De behuizing van de meetomvormer moet via de aardingsklem (PA) en een korte verbinding
worden aangesloten op de potentiaalequalisatie. Een potentiaalequalisatie (minimum diameter:
4 mm
Bij meetomvormers met een geïntegreerde bliksemafleiding (optie) is een intrinsiek veilige
stroomkring voor de veiligheid met de potentiaalequalisatie (PA) verbonden.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De testspanningsbestendigheid is bij inzet van deze veiligheidsschakeling niet meer gegeven!
IM/265Gx/Ax-NL-08
2
(AWG 12)) is in het gehele bereik van de bekabeling vereist.
265Gx, 265Ax
Elektrische aansluitingen
33