OPMERKING
• AANGEZIEN DE POWERDRIVE LADER EEN GEHEUGEN HEEFT DAT DE BATTERIJEN IEDERE
15 DAGEN AUTOMATISCH CONTROLEERT EN ZO NODIG BIJLAADT, MAG HIJ GEDURENDE DE
OPSLAGPERIODE AANGESLOTEN BLIJVEN OP EEN POWERDRIVE VOERTUIG.
• KORT NA HET BEGIN VAN HET LADEN SCHAKELT DE POWERDRIVE LADER ZICHZELF UIT EN
VOERT EEN ZELFTEST UIT (DE AMPÈREMETER STAAT OP 0). ENKELE OGENBLIKKEN LATER
HERVAT HET LADEN (DE AMPÈREMETER KEERT TERUG NAAR HET HUIDIGE LAADNIVEAU).
• RECYCLEER OF VERWIJDER GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE PLAATSELIJKE, NATIO-
NALE EN EUROPESE REGLEMENTERING.
Elk elektrisch voertuig is standaard voorzien van een volautomatische batterijlader. De stekker van elke lader
moet aangesloten worden op een stopcontact dat minimum 10 ampère per lader kan leveren.
Om het gevaar op elektrische schok te verminderen, moet de batterijlader geaard zijn. De lader is voorzien
van een elektrisch snoer met aardgeleider en geaarde stekker. Hij is ontworpen voor een stroomkring van
nominaal 115 volt, 60 hertz, tenzij op de lader andere waarden zijn vermeld. De stekker moet geaard aange-
sloten worden op een gepast stopcontact dat correct geïnstalleerd en geaard is, en aan alle plaatselijke
voorschriften en reglementen voldoet.
Gebruik liever geen verlengsnoer met de lader. Indien een verlengsnoer toch nodig is, gebruikt u een snoer met
aardgeleider, in goede elektrische staat. Houdt het zo kort mogelijk (niet langer dan 4 meter). Leg alle snoeren
zo dat er niet op getrapt of over gestruikeld kan worden en dat ze beschermd zijn tegen schade en druk.
Plaats ventilatoren op het hoogste punt van de ruimte. Ze moeten voldoende krachtig zijn om het totale luchtvo-
lume vijf keer per uur te verversen. Raadpleeg een plaatselijke ingenieur verwarming, ventilatie en airconditioning.
BATTERIJEN LADEN
WAARSCHUWING
• ZORG DAT ALLE VERBINDINGEN BIJ HET STOPCONTACT VAN DE LADER EN DE ZEKERING
SCHOON EN VAST ZIJN.
• DE STEKKER NIET DRAAIEN, WRIKKEN OF BUIGEN. OM DE STEKKER VAN DE LADER IN HET
STOPCONTACT VAN HET VOERTUIG TE STEKEN, HOUDT U DE STEKKER VAST EN DUWT U
HEM RECHT IN HET CONTACT. (FIGUUR 13, PAGINA 22).
• TREK NIET AAN HET GELIJKSTROOMSNOER. (FIGUUR 14, PAGINA 22). DE STEKKER NIET
DRAAIEN, WRIKKEN OF BUIGEN. OM HEM UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN,
HOUDT U HEM BIJ DE HANDGREEP VAST EN TREKT U HEM RECHT UIT HET CONTACT.
• SLUIT EEN LADER NIET OP HET STOPCONTACT AAN ALS HET SNOER VAN DE LADER, DE
STEKKER OF HET CONTACT VAN HET VOERTUIG OP ENIGE MANIER BESCHADIGD IS OF
GEEN GOEDE ELEKTRISCHE VERBINDING MAAKT. DIT ZOU BRAND OF PERSOONLIJKE
VERWONDINGEN KUNNEN VEROORZAKEN. LAAT ONMIDDELLIJK VERVANGEN DOOR EEN
BEVOEGDE MONTEUR.
• HET NEGEREN VAN DEZE INSTRUCTIES KAN SCHADE AAN HET SNOER, DE STEKKER EN/OF
HET STOPCONTACT VAN HET VOERTUIG VEROORZAKEN.
GEBRUIK GEEN LADER INDIEN:
• DE STEKKER TE LOS ZIT OF GEEN GOEDE VERBINDING MAAKT.
• DE STEKKER EN HET STOPCONTACT TIJDENS HET OPLADEN ABNORMAAL WARM WORDEN.
• DE PENNEN VAN DE STEKKER (POWERDRIVE-LADERS), DE PENNEN (ACCU-POWER-LADERS)
OF DE CONTACTEN VAN HET STOPCONTACT VERBOGEN OF GECORRODEERD ZIJN.
• DE STEKKER, HET STOPCONTACT OF DE SNOEREN INGESNEDEN OF VERSLETEN ZIJN,
BLOTE DRADEN TONEN OF OP ENIGE ANDERE MANIER BESCHADIGD ZIJN.
VERVOLG VAN DE WAARSCHUWING OP DE VOLGENDE BLADZIJDE.
DS Golfwagen – Elektrische voertuigen – Handleiding voor de eigenaar 1999
Batterijlader
21