Flitsercompensatie – bepaalt de helderheid van de flitser (+0,5; +1,0;
-0,5; -1,0). U dient zich binnen het flitsbereik te bevinden.
Niet beschikbaar als de flitserinstelling op Off (uit) staat.
ISO – bepaalt de gevoeligheid van de camerasensor (80, 100, 200, 400,
800). Hogere instellingen zijn gevoeliger voor licht, maar kunnen
ongewenste ruis veroorzaken in een foto. U kunt ISO 800 alleen gebruiken
als het fotoformaat op 1,8 MP is ingesteld. (Zie
pagina
30.)
Zie Tips voor mooiere foto's op
Met het keuzewieltje de instellingen van de modi P, A, S,
en M wijzigen
Met het keuzewieltje bepaalt u het f-getal, de sluitersnelheid, de belichtings-
en flitsercompensatie, en ISO. Gebruik de Menu-knop om alle andere
instellingen in te stellen.
1 Zet de keuzeschakelaar in de modi P, A, S, M, of C.
De modusopties worden weergegeven.
2 Gebruik het keuzewieltje:
■
Draai aan het keuzewieltje om de cursor
instellingen te verplaatsen.
■
Druk op het keuzewieltje om een instelling te openen.
Draai aan het keuzewieltje om een instelling te veranderen
■
Druk op het keuzewieltje om een instelling op te slaan.
■
www.kodak.com/go/support
pagina
39.
Keuzewieltje:
• Draai om de cursor
te bewegen of de
instellingen te
veranderen.
• Druk om de
instellingen te
openen of op
te slaan.
Foto's en video's maken
Picture Size (fotoformaat),
Opties voor de modi P, A, S, M, of C
Wit – instelbaar
Grijs – niet-instelbaar
Geel – veranderlijke waarde
Rood – buiten bereik
tussen de beschikbare
.
21
NL