Afdekking weer aanbrengen.
❯
Bij gebruik van het apparaat in de
patiëntomgeving moet de afdekking
aan de achterkant gemonteerd zijn.
7.4
Apparaat aansluiten
Het apparaat kan via de USB-aansluiting of op
een netwerk worden aangesloten. Bij het gebruik
van VistaSoft/VistaConnect kan het apparaat
uitsluitend via een netwerk gebruikt worden. De
kabels behoren tot de leveringsomvang.
Apparaat niet tegelijkertijd op USB en op
het netwerk aansluiten.
Als het apparaat toch op USB en een
netwerk aangesloten wordt, dan heeft de
netwerkverbinding voorrang.
Apparaten veilig aansluiten
Bij het onderling op elkaar aansluiten van
meerdere apparaten of het aansluiten van het
apparaat op delen van installaties kunnen
gevaren ontstaan (bijv. door lekstromen).
Sluit het apparaat alleen aan wanneer er geen
❯
gevaar voor de bediener noch de patiënt
aanwezig is.
Sluit apparaten alleen aan wanneer de
❯
omgeving hierdoor niet wordt beïnvloed.
Laat, wanneer een gevaarloze koppeling niet
❯
uit de specificaties van het apparaat blijkt, de
veiligheid door een deskundige (bijv. de
betrokken fabrikant) vaststellen.
9000-618-210/14 1910V005
– De veiligheid en de belangrijke
prestatiekenmerken hangen niet af van het
netwerk.
– Een foutieve manuele configuratie kan leiden
tot aanzienlijke netwerkproblemen. Voor de
configuratie is de knowhow van een
netwerkbeheerder vereist.
– Als bijvoorbeeld de volgende wijzigingen aan
het netwerk worden uitgevoerd, kunnen er
nieuwe risico's ontstaan, die bijkomende
analyses vereisen:
– Wijzigingen aan de configuratie van het IT-
netwerk
– Aanvullende elementen verbinden met het
IT-netwerk
– Elementen uit het IT-netwerk verwijderen
– Bijwerken van apparaten die zijn verbonden
met het IT-netwerk
– Upgraden van apparaten die zijn verbonden
met het IT-netwerk
– De gegevensverbinding maakt gebruik van een
deel van de bandbreedte van het netwerk.
Wisselwerkingen met andere medische
hulpmiddelen kunnen niet volledig worden
uitgesloten. Voor de risicobeoordeling de norm
IEC 80001‑1 toepassen.
– Het apparaat is niet geschikt om direct te
worden verbonden met het openbare internet.
Wanneer u het apparaat verbindt met andere
❯
apparaten, bijv. met een computerinstallatie,
zowel binnen als buiten de patiëntomgeving,
moet u de instructies van de richtlijn
IEC 60601‑1 (EN 60601‑1) in acht nemen.
Sluit alleen apparaten aan (bijv. monitor,
❯
printer), die ten minste aan de norm
IEC 60950‑1 (EN 60950‑1) voldoen.
De aangesloten computer moet voldoen aan
❯
de EN 55032 (klasse B) en de EN 55024.
Een model van de verklaring van de
systeemfabrikant, volgens artikel 12 van
Richtlijn 93/42/EEG, vindt u in de
downloadsectie op www.duerr.de
(documentnr. 9000-461-264).
Apparaat met netwerkkabel aansluiten
Doel van de netwerkverbinding
Met de netwerkverbinding worden gegevens of
stuursignalen tussen het apparaat en een op een
computer geïnstalleerde software uitgewisseld,
om bijv. :
Montage
NL
21