6. Herhaal punt 4 en 5 tot het programma volledig is.
Waarschuwing
Wanneer het objectglaasjesrekje zich aan het einde in de losschuiflade moet bevinden, voert u dit als
laatste stap in.
7. Sla het programma op
5.4.2 Programmastappen wissen
De in een stap aanwezige informatie kan worden gewist - er blijft dan een lege stap over.
1. Selecteer het programma (zie punt
2. Selecteer de stap die gewist moet worden (zie punt 4,
invoeren)).
3. Druk op
[F3]
De stap is daarna een lege stap.
Er kunnen nieuwe gegevens voor de stap worden ingevoerd.
4. Sla het programma op
5.4.3 Lege stap in een programma invoegen
Hiermee wordt een extra stap in een reeds bestaand programma ingevoegd.
1. Vraag het programma op (zie punt
2. Druk op
[F2]
3. Selecteer het nummer van de stap waarvoor de nieuwe (lege) stap moet worden ingevoegd.
4. Druk op
[F1]
5. Druk op
[F1]
6. Druk op
[F1]
7. Wilt u doorgaan, druk dan op
De lege stap wordt nu bij de onder punt 3 geselecteerde stap ingevoegd.
Belangrijk
De stappen na een lege stap worden opnieuw genummerd. Stap 25 vervalt wanneer een lege stap
wordt ingevoegd.
8. Ga door het met aanmaken van het programma.
9. Sla het programma op
5.4.4 Lege stappen uit een programma verwijderen
Met deze functie worden lege stappen verwijderd die door het wissen van een of meerdere
programmastappen zijn ontstaan.
L De stappen worden vervolgens in dezelfde volgorde als in het oorspronkelijke programma
opnieuw genummerd.
Leica Autostainer XL (ST5010)
(→ p. 30 – 5.4.5 Programma
1
Erase (wissen).
(→ p. 30 – 5.4.5 Programma
1
Edit (programma's aanmaken).
More (verdere opties).
More (verdere opties).
Insert (invoegen).
[F1]
Yes (ja).
(→ p. 30 – 5.4.5 Programma
Bediening van het apparaat
opslaan).
t/m
3 (→ p. 28 – 5.4.1 Programmastappen
(→ p. 28 – 5.4.1 Programmastappen
opslaan).
en
2 (→ p. 28 – 5.4.1 Programmastappen
opslaan).
5
invoeren)).
invoeren)).
29