Inhoudsopgave
Advertenties
5
Bediening van het apparaat
5.
Bediening van het apparaat
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de Leica Autostainer XL (ST5010) wordt bediend. Het bevat informatie
over de bediening van de functietoetsen en de lampjes op het bedieningspaneel. Bovendien wordt het
aanmaken en aanpassen van programma's alsmede het kleuren van de objectglaasjes beschreven.
De Leica Autostainer XL (ST5010) heeft vele eigenschappen die andere kleuringsautomaten niet
hebben. De objectglaasjesrekjes worden niet door het openen van het deksel, maar via schuifladen
geplaatst en verwijderd. Zodra het apparaat een nieuw objectglaasjesrekje kan bewerken, gaat de
LED naast de laadschuiflade branden. Nadat een objectglaasjesrekje is geplaatst, moet op de LOAD
(laden)-toets worden gedrukt, zodat het apparaat kan beginnen met de kleuringsdoorgang. Hetzelfde
principe geldt, wanneer de kleuring voor een objectglaasjesrekje beëindigd is. In dit geval gaat de LED
naast de losschuiflade branden. Nadat het objectglaasjesrekje is weggenomen, moet op de toets EXIT
(afsluiten) worden gedrukt, zodat het apparaat weet dat het rekje is weggenomen. Programma's kunnen
bij een willekeurig station beëindigd worden. Wanneer echter niet de losschuiflade de laatste stap van
het programma is, wordt het station waaruit het rekje moet worden weggenomen op het LCD-display
aangegeven. In dit geval moet het deksel van het apparaat geopend worden voor het wegnemen van
het rekje.
De Leica Autostainer XL (ST5010) kan een nieuw objectglaasjesrekje opnemen, zodra de LOAD (laden)-
LED bij de laadschuiflade oplicht. Zodoende kunnen maximaal 11 objectglaasjesrekjes tegelijkertijd
bewerkt worden.
Ieder objectglaasjesrekje kan met elk van de 15 programma's worden bewerkt, voor zover de
betreffende reagentia beschikbaar zijn en het gekozen programma compatibel is met de reeds gebruikte
programma's, d.w.z. dat bij de kleuring geen overlappingen met reeds gebruikte programma's optreden.
Bediening
De bediening van de Leica Autostainer XL (ST5010) geschiedt via het bedieningspaneel, de toetsen
LOAD (laden) en UNLOAD (lossen) en de betreffende LED's alsmede via akoestische signalen.
5.1
Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit een LCD-display, het toetsenveld en vier LED's.
Afb. 5
24
Versie 3.0, revisie J
Advertenties
Inhoudsopgave
