Menu: zonne-energie
Startfunctie
Startfunctie collector
Wanneer de temperatuur aan de
collector (vooral bij vacuümbuizen)
niet correct gemeten kan worden bij
uitgeschakelde pomp, kan de pomp
van tijd tot tijd opnieuw ingeschakeld
worden.
Vorstbev collector
Bij kans op vorst aan de collector wordt
de collectorpomp gestart om bevriezen
van de warmtedrager te voorkomen.
•
Wanneer de collectortemperatuur
daalt tot onder de vorstbeschermings-
temperatuur, dan wordt de collector-
pomp ingeschakeld.TKol < TKolFrost.
Max temp bev collector
Wanneer het gevaar bestaat dat de
collector gaat oververhitten, dan wordt
de lading van de boiler verder gevuld
om overtollige warmte af te voeren.
Is de veiligheidstemperatuur van de
boiler 80 ° C bereikt, wordt het laden
afgebroken.
Regelnr.
Bedieningsregel
3830
Collectorstartfunctie
3831
Min. Looptijd collectorpomp
3834
Gradient collector startfunc
Min. Looptijd collectorpomp
Met deze functie wordt de collector-
pomp periodiek ingeschakeld geduren-
de ten minste de ingestelde minimum-
looptijd.
Regelnr.
Bedieningsregel
3840
Vorstbev collector
•
Wanneer de collectortemperatuur 1° K
stijgt boven de vorstbescher-
mingstemperatuur wordt de collector-
pomp opnieuw uitgeschakeld TKol >
TKolFrost + 1.
Regelnr.
Bedieningsregel
3850
Max temp bev collector
T
Tkol
TSpSi
TSp
On
Off
TSpSi
TSp
TKolUe
TSpmax
Tkol
On/Off
T
t
43
Fabrieksinstelling
Om de 10 min
30 sec
Uit
Gradient collector startfunc
Vanaf het ogenblik dat de collectorvoe-
ler een temperatuurverhoging meet,
wordt de collectorpomp ingeschakeld.
Fabrieksinstelling
Uit
Fabrieksinstelling
80° C
1° C
TSp
TSpMax
Boiler-veiligheidstemperatuur
Boilertemperatuur
Oververhittingsbeschermingstemperatuur Collector
Max. laadtemperatuur (nominale waarde tapwater)
Collectortemperatuur
Collectorpomp
Temperatuur
Tijd
TKolUe
1° C
t