Oliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil terwijl de motor stilstaat en
horizontaal staat
1-
Verwijder de olievuldop/-peilstok en veeg deze
schoon
2-
Steek de olievuldop/-peilstok in de
olievulopening zoals afgebeeld. Schroef hem
niet vast en verwijder de peilstok om het oliepeil
te controleren
3-
Als het oliepeil dichtbij of onder de onderste
markering op de peilstok staat, vul dan bij met
aanbevolen olie (zie pagina 8) tot de bovenste
markering (onderrand van de olievulopening).
Vul niet teveel olie bij.
4-
Plaats de olievuldop/-peilstok terug
OLIEVULDOP/-PEILSTOK
OLIEVULOPENING
(onderrand)
De motor laten draaien met een laag oliepeil kan
motorschade veroorzaken. Dit soort schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie van de distributeur
Het Oil Alert-systeem (indien van toepassing) stopt de
motor automatisch voordat het oliepeil onder de veilige
minimumgrens kan zakkan. Controleer het motoroliepeil
echter altijd voordat u de motor start, om onverwachte
uitschakeling te voorkomen.
Olie verversen
Tap de afgewerkte olie af terwijl de motor nog warm is.
Warme olie loopt snel en volledig weg
1-
Plaats een geschikte opvangbak onder de
motor om de afgewerkte olie op te vangen.
Verwijder vervolgens de olievuldop/-peilstok, de
olieaftapplug en de afdichtring
2-
Laat de afgewerkte olie helemaal weglopen.
Plaats vervolgens de olieaftapplug en een
nieuwe afdichtring terug en draai de
olieaftapplug stevig vast.
Dank de oude motorolie op milieuvriendelijke
manier af. Wij raden aan de olie in een
verzegelde recipiënt naar een plaatselijk
recyclingpunt of servicestation te brengen voor
terugwinning. Gooi de olie niet weg bij het afval
en laat de olie niet op de grond of in een afvoer
weglopen
KOPPEL: 22.5 N∙m (2.29 kgf∙m, 17 lbf∙ft)
3-
Zet de motor horizontaal. Vul met de
aanbevolen olie (zie pagina 8) tot aan de
bovenste markering (onderkant van de
olievulopening) op de peilstok.
Inhoud motorolie: 1,1 liter
De motor laten draaien met een laag oliepeil kan
motorschade veroorzaken. Dit soort schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie van de distributeur.
Het Oil Alert-systeem (indien van toepassing) stopt de
motor automatisch voordat het oliepeil onder de veilige
minimumgrens kan zakkan. Vul de motoroliepeil tot de
bovengrens en controleer het peil regelmatig om
onverwachte uitschakeling te voorkomen.
OLIEVULDOP/-PEILSTOK
AFDICHTINGS-
RING (vervangen)
OLIE REDUCTIEKAST (indien van toepassing)
BOVENGRENS
Aanbevolen olie
Gebruik dezelfde olie die wordt aanbevolen voor de
motor
Oliepeil controleren
Controleer het oliepeil van de reductiekast terwijl de
motor stilstaat en horizontaal staat
ONDERGRENS
1/2 reductiekast met centrifugaalkoppeling
16
4-
Breng de olievuldop/-peilstok aan en draai hem
stevig vast.
OLIEAFTAPPLUG
1-
Verwijder de olievuldop/-peilstok en veeg deze
schoon
2-
Plaats en verwijder de olievuldop/-peilstok
zonder deze op de vulopening te schroeven.
Controleer het oliepeil op de olievuldop/-
peilstok
3-
Als het oliepeil laag is, moet vul dan de
aanbevolen olie bij tot aan de bovenste
markering op de peilstok
4-
Draai de olievuldop/-peilstok stevig vast.
BOVENGRENS
ONDERGRENS
OLIEPEIL
OLIEVULDOP/-PEILSTOK