WAARSCHUWING
Om gevaarlijke elektrische schokken te voorkomen,
moeten andere uitrustingen waaraan deze lasmachine
energie levert:
Geaard worden aan het frame van de lasmachine
m.b.v. een geaarde stekker of dubbel geïsoleerd
worden.
Moet dubbel geïsoleerd zijn.
Aard de machine niet aan een leiding die explosief
of brandbaar materiaal bevat.
Wanneer deze lasmachine gemonteerd is op een
vrachtwagen of oplegger, moet het frame elektrisch
verbonden worden met het metalen frame van het
voertuig. Wanneer deze lasmachine aangesloten is op
de bedrading in de vestiging, in huis of in een winkel,
moet het frame aangesloten zijn op de
aardingsinstallatie van het systeem. Zie de verdere
instructies voor de aansluiting in het deel "Standby
Vermogensaansluitingen" en het artikel betreffende de
aarding in de meest recente nationale en lokale
elektrische wetgeving.
Over het algemeen geldt dat als een machine geaard
moet worden, dit moet plaatsvinden met een koperen
draad van #8 of meer die aangesloten wordt op een
stevige aarding zoals een metalen waterleiding die
minstens 3 meter in de bodem gaat en geen geïsoleerde
verbindingen heeft, of de metalen structuur van een
gebouw dat op efficiënte manier geaard is.
De nationale elektrische wetgeving somt een reeks van
alternatieve manierne op om elektrische uitrustingen te
aarden. Vooraan op de lasmachine vindt u een
aardaansluiting met het symbool
Lasoutputkabels
Wanneer de motor uit is kunnen de elektrode- en
werkkabels aangesloten worden op de outputs. Het
lasproces bepaalt de polariteit van de elektrodekabel.
Deze aansluitingen moeten periodiek gecontroleerd en
vastgezet worden met een moersleutel van 19mm.
In de onderstaande tabel worden de kabelgrootten en -
lengtes aanbevolen voor de nominale stroomwaarden en
bedrijfscycli. De lengte verwijst naar de afstand van de
lasmachine tot het werkstuk en terug naar de
lasmachine. De kabeldiameters zijn groter voor lange
kabellengtes, om spanningsvallen te beperken.
Gecombineerde lengte en maten van kabels
Kabellengte
0-30 meter
30-46 meter
46-61 meter
Installatie kabel
Breng de laskabels als volgt op uw OUTBACK 200 CE
aan:
1.
De motor moet AF staan om de laskabels te
installeren.
2.
Sluit de elektrodehouder- en werkkabels aan op de
lasoutputs. De klemmen worden geïdentificeerd
vooraan.
3.
Zet de flensmoeren goed vast.
4.
Zorg ervoor dat het metalen stuk dat u aan het
lasen bent (het "werkstuk") goed aangesloten is op
de werkklem en -kabel.
5.
Controleer en zet de aansluitingen periodiek vast.
.
Kabelgrootte voor 170 A op
60% vermogen
25mm2
25mm2
35 mm2
Loszittende
aansluitingen
oververhitting van de outputs. De klemmen kunnen
zelfs smelten.
Leg de laskabels niet over elkaar aan de outputs.
Houd de kabels gescheiden van elkaar.
Installatie van metaalbeugels voor het
leiden van de laskabels
Om de laskabels gemakkelijker hanteerbaar te maken,
neemt u de vier metalen beugels uit de verpakking en
bevestigt u deze op de generator met behulp van de
meegeleverde schroeven, zoals aangegeven op de
onderstaande afbeelding
Hulpvermogen AC
Het vermogen van de hulpbron is:
3.300W piek, 3000W continu op 50Hz bij
230Vac.
2.100W piek, 1800W continu op 50Hz bij
110vac.
De motor starten en stoppen
Starten:
1-
Zet de brandstofkraan op ON
2-
Zet de chokehendel DICHT
DICHT
3-
Draai de motorschakelaar naar de stand ON
(aan)
8
WAARSCHUWING
zullen
BRANDSTOFKRAAN
CHOKEHENDEL
DICHT
leiden
tot